Hoofdtekst
Ik ben soms in een zekere gemoedstoestand dat ik iets voorzie.
Prettig is dat niet.
Het zijn vage momenten, die kort duren; schrik heb je op zo'n moment niet.
Ik zal niet alles weergeven, omdat sommige mensen nog leven, van wiedan ik enkele dingen weet;
Mijn broer kocht eens een koe. Ik ging het beest bekijken.
Toen zei ik: "Dat dier is ziek; het wordt wel weer beter, ga het dan verkopen; het wordt daarna opnieuw ziek en of het dan ook geneest weet ik niet." Hij lachte me uit, want ik was ja gek.
Maar de koe werd ziek. Toen zei mijn schoonzuster: "Wat heb jij met die koe?" Ik zeg:"Ik niks, maar jullie."
Het dier knapte inderdaad weer op, zoals ik gezien had.
Een poos later had het echter dezelfde ziekte weer.
Voor de tweede keer zeg ik tegen mijn broer: "Verkoop dat beest, als het weer goed is; het kan voor de derde keer de kwaal krijgen en dan moet het misschien afgemaakt worden."
De koe is toen dan verkocht aan iemand in Assen.
Mijn broer vertelde de koper mijn voorspellingen er bij.
Op een dag komt die man uit Assen bij mij en zegt: "Wat heb jij met die koe?" Ik zeg:"Ik niks, maar jij."
"Ja", zegt hij, "het dier heeft de ziekte voor de derde keer en is nu bestemd voor de noodslachting; niet veel meer waard."
Prettig is dat niet.
Het zijn vage momenten, die kort duren; schrik heb je op zo'n moment niet.
Ik zal niet alles weergeven, omdat sommige mensen nog leven, van wiedan ik enkele dingen weet;
Mijn broer kocht eens een koe. Ik ging het beest bekijken.
Toen zei ik: "Dat dier is ziek; het wordt wel weer beter, ga het dan verkopen; het wordt daarna opnieuw ziek en of het dan ook geneest weet ik niet." Hij lachte me uit, want ik was ja gek.
Maar de koe werd ziek. Toen zei mijn schoonzuster: "Wat heb jij met die koe?" Ik zeg:"Ik niks, maar jullie."
Het dier knapte inderdaad weer op, zoals ik gezien had.
Een poos later had het echter dezelfde ziekte weer.
Voor de tweede keer zeg ik tegen mijn broer: "Verkoop dat beest, als het weer goed is; het kan voor de derde keer de kwaal krijgen en dan moet het misschien afgemaakt worden."
De koe is toen dan verkocht aan iemand in Assen.
Mijn broer vertelde de koper mijn voorspellingen er bij.
Op een dag komt die man uit Assen bij mij en zegt: "Wat heb jij met die koe?" Ik zeg:"Ik niks, maar jij."
"Ja", zegt hij, "het dier heeft de ziekte voor de derde keer en is nu bestemd voor de noodslachting; niet veel meer waard."
Onderwerp
SINSAG 0487   
Beschrijving
Verteller voorziet dat een koe ziek wordt, opknapt, voor een derde keer ziek wordt, dan niet geneest en niets meer waard is.
Bron
Collectie Wever, verslag 116, verhaal 4 (Archief Meertens Instituut)
Naam Locatie in Tekst
Assen   
Kloekenummer in tekst
G004p   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21