Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SODJO01 - Het verhaal van Banansie en Makuba en hun 12 kinderen

Een sprookje (), donderdag 23 november 2006

Hoofdtekst

Het verhaal van Banansie en Makuba en hun 12 kinderen

Banansie is een zwarte spin in Suriname.
Op een ochtend vroeg Banansie zijn vrouw: "Wat gaan wij vandaag eten?"
Dit vroeg hij aan Makuba.
"Ik weet het ook niet, want gistermorgen was het restje uit de pot."
Banansie liep heen en weer met zijn handen op zijn hoofd. Toen kreeg hij een idee.
Hij gaat naar Tigrie Katie - een wilde kat, iets kleiner dan een tijger.
Hij vroeg aan Tigrie Katie: "Heb jij wat gedroogd vlees voor mij te lenen, want mijn kinderen hebben honger: ze hebben niets te eten."
"Maar wanneer krijg ik dat vlees terug?"
"Morgen. Maar jij moet het zelf bij mij thuis komen halen, dan geef ik jou wat vis mee!"
"Is goed. Neem die gedroogde konijnen-achterpoot mee. Maar dan krijg ik het morgen terug."
"Maar je moet om 12 uur komen."
Thuis aangekomen gaf hij het vlees aan Makuba. Zij verdeelde het onder de kinderen, en Makuba kreeg een stukje en Banansie ook.
Maar hij had het snel op. Maar de kinderen hadden nog in hun borden.
Toen zei Banansie: "Lekker hè, kinderen? Van wie houden jullie het meest: van papa of mama?"
Al de kinderen zeiden: "Van papa."
"Jullie die van mij houden, moeten mij de helft van je eten aan mij geven; dat is het teken dat jullie van mij houden."
Zo gezegd, zo gedaan. Banansies bord is weer vol.
Maar toen hij alles opgegeten had, ging hij even een dutje nemen. Als hij wakker wordt, zit hij met een probleem hoe hij morgen dat vlees aan Tigrie Katie zal teruggeven, en ook nog vis, die hij beloofd had. Met zijn handen op zijn hoofd kreeg hij weer een idee.
Hij gaat bij meneer Haan en mevrouw Kip langs om een ei te lenen om een verjaardagskoek te maken.
Meneer Haan vroeg aan Banansie: "Wanneer krijg ik het terug?"
"Volgende week breng ik het voor jou terug. Maar ik nodig jou en je vrouw uit bij mij thuis om half 12, want mijn vrouw is morgen jarig. Je hoeft niets mee te nemen."
Banansie kreeg de eieren mee en ging naar huis.
Zo is de dag van Banansie voorbij.
De volgende dag om half 12 kwam meneer Haan met zijn vrouw op visite. Na veel gepraat kregen de gasten wat eierkoek. Maar op een gegeven moment zag meneer Haan dat Tigrie Katie in de richting van Banansies huis komt.
Toen sprak meneer Haan tegen Banansie: "Heb jij een schuilplaats voor mij en mijn vrouw?"
Banansie zei: "Vlug, vlug, ga naar het berghok hiernaast. Als hij weer vertrokken is, dan roep ik je wel."
Haan en Kip zijn gaan schuilen.
Toen Tirgie Katie bij Banansie kwam, vroeg hij: "Het is reeds 12 uur. Heb je het vlees en de vis voor mij al klaar staan?"
"Ja," zei Banansie: "Maar je moet me helpen. Ze zitten allemaal in het berghok. Je kan de deur open maken, want die is niet op slot."
Tigrie Katie zag twee prooien: meneer Haan en mevrouw Kip. Tigrie was zo razend dat hij beiden in één klap te pakken kreeg. Daarna brulde hij over de prooi en zegt tegen Banansie: "Banansie, ik heb genoeg vlees van jou gekregen. Jij hoeft mij geen vlees meer te geven. Ik ga weg met wat ik gevangen heb."

Verteld door M. Sodjo.

Beschrijving

Als zijn gezin geen eten meer heeft leent Banansie droog vlees van Tigrie Katie en belooft vlees en vis retour. Het gezin eet goed, en Banasie krijgt extra veel van zijn kinderen omdat ze zo van hem houden. Daarna leent hij bij Haan en Kip eieren voor een verjaardagskoek. Ze komen de volgende dag, maar verstoppen zich voor Tigrie Katie. Banansie stuurt Tigrie op de haan en de kip af, en in de kip en de haan vindt hij genoeg beloning voor zijn lening.

Bron

Typoscript door M. Sodjo (Archief Meertens Instituut)

Naam Overig in Tekst

Banansie    Banansie   

Tigrie Katie    Tigrie Katie   

Anansi    Anansi   

Makuba    Makuba   

Haan    Haan   

Kip    Kip   

Naam Locatie in Tekst

Suriname    Suriname   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21