Hoofdtekst
TM tegen WO: "Ken jij verhalen over Nasreddin Hodja?"
WO: "Die heeft de juffrouw verteld vanmorgen. Ik weet niet heel veel, maar... Die met die tulband en zo'n bontjas."
RK: "Hoe gaat die dan?"
WO: "O, ehh... Die Nasreddin Hodja gaat met z'n tulband, komt 'ie bij de kinderen; die kinderen zien hem, pakken de tulband af van Nasreddin Hodja, en gingen ze overgooien naar elkaar. En die tweede. Nasreddin Hodja was uitgenodigd voor een feest. Hij ging daarheen met zijn gewone kleren; hij had geen tijd om andere kleren aan te doen. Toen ging niemand hem welkom heten. Toen ging hij terug naar huis: andere kleren aandoen. Toen ging 'ie daar weer heen. Toen ging iedereen hem welkom heten. Toen gingen ze eten. Toen ging Hasreddin Hodja die bontjas bij de soep zetten. Toen zei die tegen die bontjas: "Eet, bontjas." Want toen 'ie met z'n normale kleren kwam, ging niemand hem welkom heten. Want toen hij daarheen ging met zijn [nette, officiële] kleren, ging iedereen hem welkom heten, voor die nieuwe kleren. Daarom. En hij zat daar in die nieuwe kleren."
RS: "Ze kijken alleen op z'n uiterlijk. En dan zei die zo uh... Ging 'ie die bontjas bij het eten stoppen en zei die: eet bontjas! Eet! En toen vroegen al die andere mensen zo van: waarom doe je dat? En dan zegt die hodja zo van: ja, als de aandacht voor de bontjas is, dan is het eten ook voor de bontjas."
TM: "Die is wel goed, inderdaad. Maar die eerste die snapte ik niet zo. Want ze gingen dus die tulband overgooien."
RS en WO: "Ja, die snapte ik ook niet goed."
RS: "Nasreddin Hodja had zijn tulband op. Die tulband had 'ie net nieuw ofzo. Dan kan ik wel met die kinderen spelen. En opeens pakken die kinderen die tulband af. En hij wil ze achterna rennen, maar dat lukt niet ofzo. Gaat 'ie terug naar huis. En dan vraagt zijn vrouw zo van: Waar is je tulband? En dan zegt 'ie zo: Hij is nog jong, hij is met de kinderen aan het spelen."
TM: "Hmmm."
RS: "Zoiets was dat."
TM: "Ja precies, want hij was net nieuw, en nieuw en jong, dat is bijna hetzelfde. Zo zit 'ie; een soort woordspelletje eigenlijk."
WO: "Die heeft de juffrouw verteld vanmorgen. Ik weet niet heel veel, maar... Die met die tulband en zo'n bontjas."
RK: "Hoe gaat die dan?"
WO: "O, ehh... Die Nasreddin Hodja gaat met z'n tulband, komt 'ie bij de kinderen; die kinderen zien hem, pakken de tulband af van Nasreddin Hodja, en gingen ze overgooien naar elkaar. En die tweede. Nasreddin Hodja was uitgenodigd voor een feest. Hij ging daarheen met zijn gewone kleren; hij had geen tijd om andere kleren aan te doen. Toen ging niemand hem welkom heten. Toen ging hij terug naar huis: andere kleren aandoen. Toen ging 'ie daar weer heen. Toen ging iedereen hem welkom heten. Toen gingen ze eten. Toen ging Hasreddin Hodja die bontjas bij de soep zetten. Toen zei die tegen die bontjas: "Eet, bontjas." Want toen 'ie met z'n normale kleren kwam, ging niemand hem welkom heten. Want toen hij daarheen ging met zijn [nette, officiële] kleren, ging iedereen hem welkom heten, voor die nieuwe kleren. Daarom. En hij zat daar in die nieuwe kleren."
RS: "Ze kijken alleen op z'n uiterlijk. En dan zei die zo uh... Ging 'ie die bontjas bij het eten stoppen en zei die: eet bontjas! Eet! En toen vroegen al die andere mensen zo van: waarom doe je dat? En dan zegt die hodja zo van: ja, als de aandacht voor de bontjas is, dan is het eten ook voor de bontjas."
TM: "Die is wel goed, inderdaad. Maar die eerste die snapte ik niet zo. Want ze gingen dus die tulband overgooien."
RS en WO: "Ja, die snapte ik ook niet goed."
RS: "Nasreddin Hodja had zijn tulband op. Die tulband had 'ie net nieuw ofzo. Dan kan ik wel met die kinderen spelen. En opeens pakken die kinderen die tulband af. En hij wil ze achterna rennen, maar dat lukt niet ofzo. Gaat 'ie terug naar huis. En dan vraagt zijn vrouw zo van: Waar is je tulband? En dan zegt 'ie zo: Hij is nog jong, hij is met de kinderen aan het spelen."
TM: "Hmmm."
RS: "Zoiets was dat."
TM: "Ja precies, want hij was net nieuw, en nieuw en jong, dat is bijna hetzelfde. Zo zit 'ie; een soort woordspelletje eigenlijk."
Onderwerp
AT 1558 - Welcome to the Clothes   
ATU 1558 - Welcome to the Clothes.   
Beschrijving
Nasreddin Hodja heeft een nieuwe tulband. Tijdens het spelen met kinderen, pakken ze de tulband af en gooien ze hem over naar elkaar. Nasreddin keert zonder tulband naar huis. Als zijn vrouw vraagt waar zijn tulband is, luidt het antwoord: hij is nog jong, hij is met de kinderen aan het spelen.
Nasreddin Hodja wordt vervolgens uitgenodigd voor een gelegenheid, en hij gaat er naartoe in zijn gewone kleren. Niemand heet hem welkom. Hij gaat naar huis en trekt nette kleren en een bontjas aan. Nu wordt hij wel welkom geheten. Bij de soep probeert Nasreddin de bontjas aan te sporen om soep te eten. Immers, als de aandacht voor de bontjas is, dan is het eten ook voor de bontjas.
Nasreddin Hodja wordt vervolgens uitgenodigd voor een gelegenheid, en hij gaat er naartoe in zijn gewone kleren. Niemand heet hem welkom. Hij gaat naar huis en trekt nette kleren en een bontjas aan. Nu wordt hij wel welkom geheten. Bij de soep probeert Nasreddin de bontjas aan te sporen om soep te eten. Immers, als de aandacht voor de bontjas is, dan is het eten ook voor de bontjas.
Bron
Optekening basisschool De Schakel, Hoogezand, 23 november 2006 (Bandopname archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Nasreddin Hodja   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21