Hoofdtekst
De sagencyclus van Jan de Wyse
Verhalen die zich afspelen rond een centrale figuur en aldus een sagencyclus vormen, treft men nog op verschillende plaatsen in ons land aan. In westelijk Noord Brabant zijn de helden dezer sagen personen met zeer uiteenlopende karaktertrekken.
Jan Kèt (Kerstens) en Sus Oomen te Etten zijn de sterke kerels, die zich wel om God en gebod bekommeren, maar niet om de soldaten, waarmee het dorp wordt opgescheept. Zij symboliseren als 't ware de wensdromen van de boeren, die veel te lijden hadden van ingekwartierde en doortrekkende troepen van beide partijen, want deze verhalen spelen zich af in de franse tijd en tijdens de daarop gevolgde bevrijding.
Klavervrouwke, uit het dorp Sint Willebrord, waarover men hoort spreken van Kruisland tot Breda, liet als smokkelaar het leven in de Eerste Wereldoorlog te Achtmaal aan de grens, dank zij een raak schot van sergeant Mols van het dertiende regiment infanterie uit Maastricht. Verschillende vertellingen van moord en doodslag en van lijfstraffen uit het verleden zijn aan deze persoon gekoppeld, die zeer gevreesd was, daar hij werd aangezien voor de leider van een bende, waarvan ook de Speksiemaker, de Tuffert, de Prul van de Loerd, de Sergeant en de Steile deel uitmaakten.
Een geheel andere figuur is de Bredase koopman Jan de Wyse, die het bekende capucijnerklooster te Meersel-Dreef, even over de grens, stichtte.]
Beschrijving
Bron
Naam Overig in Tekst
Jan de Wyse   
Jan Kèt   
Kerstens   
Sus Oomen   
God   
Klavervrouwke   
Sint Willebrord   
Kruisland   
Eerste Wereldoorlog   
Speksiemaker   
Tuffert   
Prul van de Loerd   
Sergeant   
Steile   
Bredase   
Meersel-Dreef   
Jan de Wijs   
Naam Locatie in Tekst
Breda   
Noord-Brabant   
Etten   
Achtmaal   
Mols   
Maastricht