Hoofdtekst
RK: Heeft u nog meer verhalen van dat rijtje?
WM: Ja, ik had altied een man die kwam bie ons zeg maar. En dat was een dokterszoon, die kwam uit Stedum. En die heb een boerderij kregen in Den Andel. Die is failliet gegaon. En toen heb dat in de, bij de belasting, dat mensen dat horen, en allemaal bomen stonden daar, dat was een appelhof. Daor heb hij toen gewoond, daar leefde hij voor 10 gulden in de week. Hij heeft daar een caravan neergezet zeg maar, maar daar leefde hij voor 10 gulden in de week. Die was failliet verklaard en die most zich zelf helemaal redden. Nou haha, en toen was er daor, 's nachts was hij stiekem aan het werk en daar waren de kwajongens overdag wel eens. Dan gooiden ze met stenen tegen de caravan. Hij dacht 'nou ik zal die jongens wel krijgen'. Een geweer had hij in de caravan. Nou gooiden die jongens weer die stenen tegen de caravan en hij vloog daar die caravan oet, en hij schoot. Poef-poef-poef-poef! En als doe in bos bist, met al die bomen, dat klinkt helemaal hol. En die jongens ben zo bang worden. Die daar vloog in de sloot en kwam kletsnat thuis. Nou direct politie die ouders gebeld, nou en daar kwam politie. 'Jan, wie wollen dat geweer wel in beslag nemen'. 'Ja', zegt Jan, 'maar dat geweer die had ik al lang opgeborgen'. Die lag al in die boom. 'Maar je hebt geschoten.' 'Ja, maar ... lesser kruut'. Hij zegt 'ik pak hier wat kruit, en ik blaos met een lucifer erin, hierzo'. 'Ja, maar dat mag je niet weer doen, want dat geweer dat most je opbergen.' 'Ja, maar dat heb ik niet, ik heb niet geschoten'.
Maar dat verhaol heb ik, dat heeft in de Volkskrant staon. Das een mooi stuk joh, dat heet 'de man in de boomgaard'.
RK: Hij had niet geschoten, maar zogenaamd zo hard geblazen dat het kruit uit zijn hand omhoog vloog en dat het ging branden?
WM gaat het stuk opzoeken en neemt het mee terug.
RK: 'Jan in de boomgaard. Man vuurt op stropers. Er moet orde wezen in de maatschappij'.
WM: Heel mooi stuk, ik heb het ook op film.
RK: En die man die kon dus zo hard blazen eigenlijk, dat het kruit, op zijn hand zo de lucht in ging?
WM: Nee, met lucifer erbij.
RK: Oh, met een lucifer erbij.
WM: Hij is ook spion geweest voor de Russen.
RK: Was dat een verhaal?
WM: Nee, dat zegt er.
WM: Ja, ik had altied een man die kwam bie ons zeg maar. En dat was een dokterszoon, die kwam uit Stedum. En die heb een boerderij kregen in Den Andel. Die is failliet gegaon. En toen heb dat in de, bij de belasting, dat mensen dat horen, en allemaal bomen stonden daar, dat was een appelhof. Daor heb hij toen gewoond, daar leefde hij voor 10 gulden in de week. Hij heeft daar een caravan neergezet zeg maar, maar daar leefde hij voor 10 gulden in de week. Die was failliet verklaard en die most zich zelf helemaal redden. Nou haha, en toen was er daor, 's nachts was hij stiekem aan het werk en daar waren de kwajongens overdag wel eens. Dan gooiden ze met stenen tegen de caravan. Hij dacht 'nou ik zal die jongens wel krijgen'. Een geweer had hij in de caravan. Nou gooiden die jongens weer die stenen tegen de caravan en hij vloog daar die caravan oet, en hij schoot. Poef-poef-poef-poef! En als doe in bos bist, met al die bomen, dat klinkt helemaal hol. En die jongens ben zo bang worden. Die daar vloog in de sloot en kwam kletsnat thuis. Nou direct politie die ouders gebeld, nou en daar kwam politie. 'Jan, wie wollen dat geweer wel in beslag nemen'. 'Ja', zegt Jan, 'maar dat geweer die had ik al lang opgeborgen'. Die lag al in die boom. 'Maar je hebt geschoten.' 'Ja, maar ... lesser kruut'. Hij zegt 'ik pak hier wat kruit, en ik blaos met een lucifer erin, hierzo'. 'Ja, maar dat mag je niet weer doen, want dat geweer dat most je opbergen.' 'Ja, maar dat heb ik niet, ik heb niet geschoten'.
Maar dat verhaol heb ik, dat heeft in de Volkskrant staon. Das een mooi stuk joh, dat heet 'de man in de boomgaard'.
RK: Hij had niet geschoten, maar zogenaamd zo hard geblazen dat het kruit uit zijn hand omhoog vloog en dat het ging branden?
WM gaat het stuk opzoeken en neemt het mee terug.
RK: 'Jan in de boomgaard. Man vuurt op stropers. Er moet orde wezen in de maatschappij'.
WM: Heel mooi stuk, ik heb het ook op film.
RK: En die man die kon dus zo hard blazen eigenlijk, dat het kruit, op zijn hand zo de lucht in ging?
WM: Nee, met lucifer erbij.
RK: Oh, met een lucifer erbij.
WM: Hij is ook spion geweest voor de Russen.
RK: Was dat een verhaal?
WM: Nee, dat zegt er.
Beschrijving
Een man was arm en woonde in een appelhof in een caravan. Overdag kwamen er wel eens kwajongens die stenen tegen de caravan gooiden. Op een dag liet de man ze schrikken door op ze te schieten met een geweer. De jongens deden aangifte en toen de politie langs kwam om het geweer in beslag te nemen, bleek de man helemaal niet geschoten te hebben. Hij had wat kruit op zijn hand gelegd. Toen hij er heel hard tegen blies en er een lucifer bij hield ontplofte het. Zo leek het net of hij het geweer afgevuurd had.
Bron
Letterlijk afschrift van DAT-opname.
Commentaar
07 februari 2007
WM: Wim Mollema; RK: Ruben Koman
Naam Overig in Tekst
Den Andel   
Volkskrant   
Jan   
Russen   
Naam Locatie in Tekst
Stedum   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21