Hoofdtekst
Mijn grootmoeder [...] die vertelde dus dat de dominee hier van 't dorp die had bezoek gehad van de pastoor van de kerk in Duitsland. En, maar dit verhaal dit is een beetje een sprookje dus hè. Na ja, gut...dan komen we weer op drank terecht. [De] dominee en [de] pastoor die hadden ook een borreltje gedronken [lacht], dus...en het was 's avonds laat, het was in de herfst, het was slecht weer en zo wat en toen...eh...was onderweg, was [de] pastoor in de koets gekomen en onderweg in de koets terug naar Duitsland. En het was donker en er was nog geen verharde wegen en het kanaal was er nog niet en zo dus er was zandweg die naar Dattum[? fonetisch] ging. En toen was hij vlak bij de grens geweest en toen had er iemand gestaan aan de kant van de weg. En de pastoor die had halt gehouden en die had gezegd: 'Nou, of-ie meerijden wou.' 'Ja'. Maar dat was een man met een cape om. Dat was een hele rare verschijning. Maar ja, dus de pastoor had ruimte gemaakt in de koets, dus die persoon was naast 'm gaan zitten zo wat. En ze waren een poosje onderweg geweest en toen ineens toen had de pastoor gezien dat die man geen voeten had, maar die had, hoe heet dat, geitenpoten had-ie gehad. Dus...en toen had [de] pastoor het door gehad dat eh, hij dus niet een persoon, maar dat-ie de duivel in de koets had gehad. En toen eh, de pastoor was bang geworden en had-ie gezegd: 'Als je hier met goede bedoelingen bent dan mag je je blijven zitten, maar als je de duivel bent moet je er uit gaan!' Dus, en toen...het figuur die had de koets geopend en die was er uit gestapt. En toen...had een plasje op de grond gelegen en de pastoor had even zo proeft zo...wat dat geweest was. Had die gesmaakt naar brandewijn, dus [lacht]. Kijk, dat vertelde mien grootmoeder vertelde dat wel eens daar he. En het zal wel niet allemaal waar wezen, maar eh [lacht], dat is zo'n oud volksverhaal.
Ineens schiet me te binnen. Ik heb een poosje, een paar jaar wel, heb ik eh dus wel...verhaaltjes geschreven voor een blaadje voor het buurtkrantje aan de Ridderweg dus. Dat is hier vlakbij. Toen heb ik dit verhaal heb ik dus...ik heb het een beetje...ja...ze zeggen altijd: 'Als het maar mooi is!' Of 't niet helemaal klopt, dat is niet zo erg. Maar als 't maar mooi is. [...] Ik heb dat uitgeleend aan een neef van mij. [...] Mijn grootmoeder is overleden in 1964, geloof ik. [...] Ja, die is hier ook geboren. Die komt ook uit Bellingwolde.
Ineens schiet me te binnen. Ik heb een poosje, een paar jaar wel, heb ik eh dus wel...verhaaltjes geschreven voor een blaadje voor het buurtkrantje aan de Ridderweg dus. Dat is hier vlakbij. Toen heb ik dit verhaal heb ik dus...ik heb het een beetje...ja...ze zeggen altijd: 'Als het maar mooi is!' Of 't niet helemaal klopt, dat is niet zo erg. Maar als 't maar mooi is. [...] Ik heb dat uitgeleend aan een neef van mij. [...] Mijn grootmoeder is overleden in 1964, geloof ik. [...] Ja, die is hier ook geboren. Die komt ook uit Bellingwolde.
Onderwerp
SINSAG 0933 - Begegnung mit dem Teufel, welcher verschiedene Gestalten annimmt.   
Beschrijving
Pastoor nodigt een man uit mee te rijden in zijn koets. Als hij ontdekt dat de man geitenpoten heeft zegt de pastoor dat de man mag blijven zitten als hij goede bedoelingen heeft, maar als hij de duivel is moet vertrekken. De man stapt uit, waarbij hij een plas achterlaat.
Bron
Afschrift van DAT-opname.
Naam Locatie in Tekst
Bellingwolde   
Duitsland   
Ridderweg   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21