Hoofdtekst
Dat komt nog van mijn opa komt dat. Dat was echt een natuurman. Ik heb dat nou nog. Als het bijvoorbeeld eind april, begin mei is, dan...'s morgens vroeg kun je dat horen. Dan lig je in bed...dan kun je de koekkoek horen. Dan roept de koekkoek. Daar hechtte hij heel veel waarde aan. Dan riep-ie mijn grootmoeder, riep-ie: 'Kom es boeten, kom es boeten Grietje,' zei ie dan. 'Ja,' zei mien opoe dan [...]: 'Wat is er dan?' 'De koekkoek ropt, heurst e, [de] koekkoek ropt!" Daar hechtte-ie heel veel waarde aan, dat koekkoek ropt. Hij zei ook altijd, als het bijvoorbeeld als het zomer was, dan zei-ie altied: 'Nou hebben we weer twee zomers tegen één winter,' zei e dan. Dan was het zomer, dan kwam er een winter en dan kwam er een zomer weer. [...] Dat was eigenlijk het mooi weer, het voorjaar. [...] Het mooi weer kwam er aan. Als de koekkoek roept, dan is het mooi weer. Ze zeggen hier ook: 'De koekkoek ropt nooit veur mai,' zeggen ze dan. De koekkoek roept niet voor mei, voor 1 mei. Maar dan wordt ook weer uitgelegd als: de koekkoek die roept ja geen 'veur mai', de koekkoek die roept: 'koekkoek'.
Onderwerp
TM 4001 - Weerregels   
Beschrijving
Als het eind april of begin mei is kun je dat horen; de koekkoek zingt dan. Als de koekkoek zong kwam er mooi weer aan.
Bron
Letterlijk afschrift van DAT-opname.
Commentaar
16 november 2006
Weerregels
Naam Overig in Tekst
Grietje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21