Hoofdtekst
Denemarcken, Sweden, Gothia, Noorwegen, Helsingen, Finmarcken, Biarmia, zijn in ouden tijden onfeylbaer/ en sonder tegen-spreken gheweest Nesten van Reusen. Dit ghetuygen alle oude Landt-Historien/ oude vaersen en liedjes/ reliquien van gebeente/ oude wapenen/ grafschriften. Dit getuygen de over-blijffels der namen van sommige Reusen, die boven andere zijn beroemt gheweest/ als Starkuter, Arngrim, Averod, Uffo, Rolvo, Ingolf, Halsten, Hartbeen, Hater, Hithin, Tanna & c. Dit ghetuygen de Sepeultuyren en Graven/ van extreme groote Stenen op malkanderen gestapelt/ vertoonende als noch eenige reliquien van Gottische letteren en Characteren: Item/ groote opgerechte Pilaren/ Piramiden van steenen harder als Marmor/ met inscriptien daer in gehouwen.
Doch dat alle verwonderinghe te boven gaet/ men vindt aldaer afgrijselijcke hooge en steyle Steen-klippen en rotsen/ soo steyl/ dat men seggen soude/ dat 'et geenen mensche ter werelt mogelijck soude zijn de selve te konnen op-klimmen; alsoo datse eenen schrick aenjagen allen den selven die de selve maer aensiet. Dies niet tegenstaende/ siet men heden ten dage op dese steyle Steen-rotsen boven-natuerlijcke groote Steenen/ van menschen handen op malkanderen gestapelt/ en t' samen gevoeght/ soo hoogh/ datse schijnen naer de wolcken te reycken: al te samen wercken der Reusen.
Hierom geef ick den verstandige Leser te kennen/ of het alles voor fabulen te houden zy/ 't geene de oude Poëten geschreven hebben van de monstreuse Reusen, die gantsche Bergen t' samen droeghen/ stapelende groote Steenklippen op malkenderen/ en sich aenstellende als of zy den Hemel wilden bestormen/ en de Goden daer uyt drijven: tot dat zy door Donder en Blixem souden verplettert zijn? Doch ick wil gaerne bekennen/ dat dit oock kan verstaen werden van de Bouwers der Stadt en des trotsighen Toorns van Babel: maer wie seght dat de Reusen niet gheweest en zijn de voornaemste Roervincken van dat opgeblasen werck?
Beschrijving
Op hoge steenrotsen en klippen vindt men grote stenen die door reuzen op elkaar gestapeld zijn alsof ze de hemel wilden bestormen om de goden te verdrijven. Misschien hebben de reuzen ook wel de Toren van Babel gebouwd?
Bron
Commentaar
Naam Overig in Tekst
Picardt   
Picart   
Josua   
Josia   
Gothia   
Finmarcken   
Starkuter   
Arngrim   
Averod   
Uffo   
Rolvo   
Ingolf   
Halsten   
Hartbeen   
Hater   
Hithin   
Gottisch   
Naam Locatie in Tekst
Canaan   
Denemarken   
Zweden   
Noorwegen   
Helsingen   
Finland   
Biarmia   
Tanna   
Toren van Babel