Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BLECOURTNB0450 - 7. Grave

Een sage (boek), 1920

Hoofdtekst

1. Kaaieschijters
De burgers van Grave, de oude, beroemde frontierstad, onderstreepten die benaming. Ze zagen nog meer uit de hoogte neer op de 'boeren', en als deze hen Graafsche keienschijters noemden, herinnerden zich de getergde stedelingen dat de compost tot bemesting der naburige landerijen diende en beten de schimpers toe: 'de keien die wij schijten brokken jullie in de pap.'
(Van Miert, 506)

2. Grave is een stad,
Ravestein is nog wat,
Maar Megen is een gat.
(Van Miert, 507)

3. Klitsbillen
De Gravenaars kunnen o.a. niet verdragen dat vreemdelingen de meisjes te Grave het hof komen maken. Ze geven hun minachting jegens de vreemden op zeer eigenaardige manier te kennen, nl. door hun in een gebogen houding den rug toe te keeren en dan met de hand tegen de achterste of billen te slaan of te klitsen (kletsen). Vandaar hun spotnaam Klitsbillen.
(Rijken, 158)

Onderwerp

TM 2602 - Spotnaam voor naburig dorp (stad) of hun inwoners    TM 2602 - Spotnaam voor naburig dorp (stad) of hun inwoners   

Beschrijving

Spotnamen.

Bron

Willem de Blécourt. Volksverhalen uit Noord Brabant. Utrecht [etc.]: Het Spectrum, 1980. p. 220

Commentaar

1920 & 1973
7 Spot en venijn. Aantekeningen over Noordbrabantse plaatsen en ingezetenen. Provincie Noord-Brabant
Spotnaam voor naburig dorp (stad) of hun inwoners

Naam Overig in Tekst

Graafsche    Graafsche   

Graafse    Graafse   

Gravenaar    Gravenaar   

Kaaieschijter    Kaaieschijter   

Klitsbil    Klitsbil   

Naam Locatie in Tekst

Grave    Grave   

Ravestein    Ravestein   

Megen    Megen   

Plaats van Handelen

Grave (Noord-Brabant)    Grave (Noord-Brabant)   

Kloekenummer in tekst

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20