Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RKOMAOV0006

Een sage (mondeling), donderdag 05 juli 2007

Hoofdtekst

39.37

JvdB: Hendrik Jan Brunnink! 26 Jaar lang de sterkste man van Hardenberg geweest. Hij was smid in Heense en het verhaal van hem dat speelt aan het eind van de 4e Wijkweg. De 4e Wijkweg dat is een doodlopende weg. Vroeger had je allemaal wijken allemaal watertjes, dus dit was ook zo’n watertje. En die 4e Wijkweg die liep dood bij een boerderij maar voordat ie dood liep, liep de weg langs de boerderij, achter die boerderij langs en dan had je aan de andere kant van de weg als het ware de schuur die erbij hoorde en dan liep de bocht ze verder naar de 11e wijk daar woon ik dan in.
RK: Oh u woont er in de buurt bij uh…
JvdB: Ik woon in de buurt van al deze verhalen ja.
RK: Oké, want deze man was voor u een [onverstaanbaar]
JvdB: Was ie 88.
RK: Dat is dan wanneer geweest?
JvdB: En dat is geweest in 1995/96.
RK: Die man is ook overleden?
JvdB: Die is een paar jaar terug overleden ja. In ieder geval aan het eind van de 4e Wijkweg, dus bij die boerderij, daar woonde een boer en die had een knecht, en dat was in de tijd van de hervormdte een hele gelovige jongen, iedereen werd gereformeerd. Ze waren ontzettend gelovig en die knecht die stapte dus de weg over en die komt in die schuur en die ziet daar in de schuur boven bij de hamerbalken twee rollende gele ogen. Nou, hij schrikt zich wezenloos rent naar buiten en hij zegt tegen de boer “boer er zit een duvel in de schuur!” hè, want dat dachten ze natuurlijk direct dat dat een duvel was. Nou, die boer ook die schuur in, die ziet daar twee rollende ogen, die hoort geblaas en gesis, die ook naar buiten en hij zegt “nou, je hebt gelijk, d’r zit een duvel in de schuur!” Nou, in een mum van tijd, want dat had je toen natuurlijk stonden de buren daar gelijk op de stoep want je had al die groepjes huizen overal rond die waters, dus de buurmannen stonden daar en niemand durfde die schuur in en zei van “ja, wat moeten wij nou doen?” En toen zeiden ze “weet je wat? We halen Hendrik Jan Brunnink erbij!” De sterkste man van Hardenberg, de smid van Heenze, die had zulke grote handen dat dat zijn moeder zei: “Hendrik Jan, haal jij eens een paar eieren uit de kelder,” dan had ie op een hand 10 grote eieren en hij vertelde zelf ook dat als hij met zijn kinderen uit eten gingen zei die altijd “geef ons schnitzels zo groot als mijn hand!” Die man had enorme handen! Nou, in ieder geval uhh, Hendrik Jan Brunnink die was toen een jonge man em die was helemaal niet bang dus die zei “kom maar op!” Die moest erom lachen en die greep daar een ladder en hij die schuur in en hij zet die ladder tegen de hamerbalk en hij klom omhoog en hij vertelde mij hij zei: “Oh, ja maar toen ik halverwege was toen zag ik die rollende gele ogen, ik hoorde geblaas en gesis,” hij zegt “dat geklapper van vleugels” en hij zegt “dat was zeker anderhalve meter breed!” en hij zegt van “de knieën begonnen mij te knikken!” En hij ging de ladder weer af en hij kwam buiten zo wit als een doek en toen zeiden de mensen “jongens als Hendrik Jan Brunnink er niks aan kan doen, kan niemand er wat aan doen.” En wat hebben ze toen gedaan? De pastoor uit Slagharen gehaald, want rooms katholieken konden d’r vaak wat meer mee en Slagharen is bij ons in de buurt het dichtstbijzijnde rooms katholieke dorp. Nou de pastoor die kwam, maar die begon er niet aan; en de latere pastoors, want daar heb ik het natuurlijk ook aan verteld en die zeiden “oh die schijterd dat ie dat nou niet gedurfd heeft. Maar goed, hij was d'r wel op afgegaan, maar goed, daardoor wordt je natuurlijk dan ook overal weer gevraagd om dat te komen vertellen, maar goed, de pastoor die heeft er niks aan gedaan en toen hebben ze de burgermeester van Harderberg/Heemsen d’erbij gehaald. En in Hardenberg/Heemsen was het de gewoonte wanneer die burgermeesters gekozen moesten worden, en dat was net gebeurd, dan gingen d’r allemaal mannen die meenden dat ze daarvoor in aanmerking kwamen om burgermeester van Hardenberg te zijn, gingen om de tafel zitten, die legde allemaal hun baard op tafel en dan zetten ze een vlo in het midden of een luis, en waar die luis dan op sprong die werd dan de burgermeester. Nou zo was de burgermeester gekozen en die burgermeester die kwam en die zei van uhh die bekeek de zaak van alle kanten. Nou die durfde d’r natuurlijk ook niet in. En die zei van “nou weet je wat? We steken de boel in brand, dat is het beste.” En dat hebben ze gedaan, hebben ze de boel bij alle vier de hoeken in brand gestoken en toen is die schuur uhh afgebrand met duvel en al. Nou die boer die heeft wat geld gekregen van de gemeente, niet genoeg voor om een schuur te zetten, maar goed, toch een tegemoetkoming. Enne, maar die man was bang van die plek en die is daar vertrokken. En nu komt dan de rest van het verhaal, wat bijna niet gepubliceerd kan worden denk ik, vanwege, of je zou de naam moeten veranderen, maar toen kwamen d'r drie broers wonen en die broers die vochten en vloekten zo verschrikkelijk dat de hele buurt en nou nog een slechte naam van heeft, het Watergat heet het. En hoe is het met die broers afgelopen? Een, als je hier die boerderij hebt dan heb je hier een soort poel met allemaal ouwe eiken dr’omheen die is er nu nog steeds, daar heeft een zich opgehangen. Aan de andere kant had je dus de wijk, daar heeft zo’n stukje water in gestaan [vertelster geeft met aan handen aan hoeveel water er in de wijk stond] nou de tweede die heeft zich daar verdronken of is verdronken…
RK: in zo’n stukje…
JvdB: Ja, dat vonden wij ook en dat vindt ook Berend Meijer die 25 jaar contactpersoon voor de Dedemvaartse krant, want die heeft het goed verteldt dat die man… hij zei “ik wist ook niet of ik het door moest geven en of dat wel deugde,” maar goed het is nooit onderzocht, hij is ter nog. De derde die is 40 jaar verloofd geweest met een vrouw voor aan de weg. Maar hij was hervormd en zij was vrij gereformeerd en dat kon nooit bij elkaar komen, die mevrouw is een paar jaar geleden overleden, die is daar blijven wonen tot aan haar dood. Na 40 jaar verloving toen heeft ie gedacht ‘dit wordt het niet meer.’ En toen is ie bij zijn zus ing… bij zijn nicht ingetrokken: Trijntje Odings en die woont er ook nog. Trijntje Odings leeft ook nog en Jan Odings en opa Klein, opa Klein is nu de oudste man, die is nu denk ik wel 90. Nou in ieder geval uhm daar is ie toen bij ingetrokken nadat de verloving uitgeraakt was. Heeft nog een tijdje in een ander huisje gewoond. En dat is eigenlijk het eind van het verhaal. Dat de verloving uitraakte.
RK: Bijzonder verhaal dit.

Onderwerp

SINSAG 0945 - Andere Begegnungen mit dem Teufel.    SINSAG 0945 - Andere Begegnungen mit dem Teufel.   

Beschrijving

Een knecht gaat een stal binnen en ziet een duivel in de schuur. De boer gaat ook kijken, en inderdaad er zit boven aan de houten trap een duivel. Ze vragen de sterkste man van het dorp, Hendrik Jan Brunnink, maar zelfs die komt bang de schuur uit. Ook de pastoor en de burgemeester durfde de duivel niet uit de schuur te halen. Uiteindelijk hebben ze besloten om de schuur dan maar te verbranden.

Bron

Letterlijk afschrift van mp3-opname; Janna van den Berg - 05 juli 2007.WAV

Commentaar

donderdag 5 juli 2007
Deel van een interview van Ruben Koman met Janna van den Berg, afgenomen op het Meertens Instituut te Amsterdam. JvdB= Janna van den Berg, RK= Ruben Koman.
Andere Begegnungen mit dem Teufel

Naam Overig in Tekst

Hendrik Jan Brunnink    Hendrik Jan Brunnink   

Watergat    Watergat   

Berend Meijer    Berend Meijer   

Trijntje Odings    Trijntje Odings   

Jan Odings    Jan Odings   

opa Klein    opa Klein   

Naam Locatie in Tekst

Hardenberg    Hardenberg   

Wijkweg    Wijkweg   

Slagharen    Slagharen   

Heemsen    Heemsen   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21