Hoofdtekst
Iemant gaf aen sijn knegt een goude kroon om aen de procureur te geeven, maer de knegt gaf hem een valsche, dewelcke de procureur weder bragt. de heer sijn knegt roepende, seyde: 'Waerom hebt gij aen monsieur een valsche croon gegeven?' De knegt seyde: 'Omdat ick hem lang in mijn sack hadt en hij niet dochte, soo stelde ick hem onder handen van justitie.'
Beschrijving
Iemand gaf zijn knecht een gouden kroon om aan een advocaat te geven, maar de knecht gaf hem een valse kroon, die de advocaat weer terug kwam brengen. Toen de heer zijn knecht om opheldering vroeg zei deze dit gedaan te hebben omdat hij al een tijd met de valse kroon rondliep en omdat de advocaat niets te vrezen had, had hij hem in handen van justitie gegeven.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20