Hoofdtekst
Eén seyde tegen een ander die in de kaetsbaen speelde: 'Wat sout gij doen. Gij kunt geen strontstucken kauwen.' 'Al beeter als gij', seyde d'ander.
Beschrijving
Iemand zei tegen een ander, die op de kaatsbaan speelde: 'Wat zou je doen. Je kunt geen strontstukken kauwen.' De ander antwoordde: 'Dat kan ik al beter dan jij.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20