Hoofdtekst
Een lichte vrouw, een eerlijck man ontmoetende, sach hem seer stout in 't aengesicht. Hij seyde tegens haer: 'Vroutje, sla u oogen na de aerde.' 'Slaet gij selfs u oogen na de aerde', seyde sij, 'want gij sijt van de aerde gecomen, maer ick ben van de man gecomen en daerom sie ick oock de mans aen.'
Beschrijving
Een lichtzinnige vrouw ontmoette een eerlijke man en keek hem heel gewaagd midden in zijn gezicht aan. Hij zei tegen haar haar ogen naar de aarde neer te slaan. Zij zei hierop: 'Sla zelf uw ogen naar de aarde neer, want u bent van de aarde gekomen, maar ik ben van de man gekomen en daarom kijk ik de mannen aan.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20