Hoofdtekst
Een simpel en een vondich man wiert vanwegen alle de boeren aen den rentmeester van sijn lantheer gesonden. Hij die sijn woorden wat simpel voortbragt, wiert gevraegt of in haer dorp geen verstandiger en bequamer was om aen hem te senden. 'Dat weet ick niet', seyde hij, 'maer sij hebben mij verstandich en bequaem genoeg bevonden om aen u te senden.'
Beschrijving
Een simpele en spitsvondige man wordt namens alle boeren naar de rentmeester van hun landheer gezonden. Deze vraagt hem of er geen verstandiger man in het dorp te vinden is, waarop hij antwoordt: 'Dat weet ik niet, maar ik ben bekwaam genoeg bevonden om naar u te worden gezonden.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20