Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER2102

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Eén die onthalst soude worden, hadt een geweldich seer hooft. Als hij nu op 't schavot quam, seyde ieder: 'Foey, wat een lelijcken hooft heeft die vent.' 'Ja', seyde hij, 'mogt ick het maer houden.'

Beschrijving

Iemand die onthoofd gaat worden heeft een ontzettend pijnlijk (lelijk?) hoofd. Als hij op het schavot staat roept men: 'Wat een lelijk hoofd heeft die vent,' waarop hij opmerkt dat hij wou dat hij het mocht houden.

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw
'Seer' lijkt in deze context als lelijk te moeten worden vertaald, al komt deze betekenis van het woord in woordenboeken niet voor.

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20