Hoofdtekst
Als iemant een vrouw voor hoer uytgemaeckt hadde en hetselve niet bewijsen konde, soo wiert hij gecondemneert sijn seggen te herroepen. Hij seyde dan: 'Ick hebbe u hoer geheeten, dat is waer. Ghij sijt een vrouw met eeren, ick hebbe geloogen.' Ende daerop nu sullende wechgaen vraegde hij de heeren of men een hoer wel mogt juffrou noemen, waerop, als sij 'ja' antwoorden, soo seyde hij: 'Juffrou, kom laet ons gaen.'
Beschrijving
Een man moet zijn verontschuldiging aanbieden omdat hij een vrouw onterecht voor hoer heeft uitgemaakt. Via een woordspel weet hij haar echter toch prostituée te noemen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20