Hoofdtekst
Seker hoveling raeckte bij een spijtig hoertje te bed. R. 'Het ruyckt hier so muf, juffer. Seker, gij zijt hier quaelijck gelogeert.' R. 'Stont het u niet aen, gij mogt er uytgebleven hebben. Princen hebben hier wel gelogeert sonder sich te beklagen.' Hij sweeg, maer naderhand haer beenen ontvouwende, vont hij haer van den stoof en 't vuur braef gemarmert. R. 'Ick sie wel aen de posten van 't huys dat hier veel grooten moeten komen, daer sijn sooveel flambeeuwen aen uyt gedaen, dat 't wel 't Princenhof gelijckt.'
Beschrijving
Een hoveling was met een prostituee mee gegaan. Hij zei haar dat haar kamer muf rook. De prostituee antwoordde dat als het hem niet aanstond, hij weer naar huis moest gaan. Er waren ook prinsen bij haar geweest en die nooit klachten hadden gehad. De mop eindigt in een dubbelzinnigheid.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Locatie in Tekst
Prinsenhof   
Princenhof   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20