Hoofdtekst
Een boer in Lopik had zeven zonen. Zes waren d'r getrouwd. Die boer zei: .,Nou zit ik hier met die zevende zoon". Hij ging naar de bruiloft van de zesde zoon. Met die zevende zoon. Toen ze terugkwamen lag de hond maar te janken in het berggat.* Hij lag maar te halen. Een week later hoorde die boer 's nachts het grint knerpen. Hij hoorde de takken kraken. "Ik zal er toch eens uit gaan". Maar die boer dorst niet. Hij had angst. Hij dacht: "Dat kan de zevende zoon wel eens wezen". Hij kijken. Maar die zevende zoon lag op bed. 't Was drie maanden later. 't Werd niks. Die boer werd het zat. "Dat gedonder op de werf'. Hij 's nachts d'r weer uit. Hij neemt een dikke knuppel. Hij hoort voetstappen. Hij naar die voetstappen toe, geeft die vent een klap. Toen ging hij lekker naar bed. "Nou is 't afgelopen!" 's Morgens blijft die zoon leggen. Die boer kijken. Hij had zijn eigen zoon de hersens ingeslagen!
* opening in de hooiberg
* opening in de hooiberg
Onderwerp
TM 3107 - De zevende zoon is een weerwolf of beschikt over bijzondere gaven   
Beschrijving
Een boer blijft uiteindelijk met zijn zevende zoon over. De boer wordt geplaagd door geluiden die hij 's nachts hoort. Uiteindelijk besluit hij actie te ondernemen om de indringer neer te slaan met een knuppel. De volgende dag komt hij er echter achter dat hij zijn eigen zoon heeft vermoord.
Bron
Henk Kooijman: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988. p. 46
Commentaar
3 december 1962
Bij zeven zonen zit een weerwolf
Naam Locatie in Tekst
Lopik   
Plaats van Handelen
Lopik (Utrecht)   
Kloekenummer in tekst
K023p   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21