Hoofdtekst
Het hier volgende heb ik zelf beleefd. De man, waarover het gaat, leeft nog. In mijn schooljeugd ging ik met mijn ouders ieder jaar naar de kermis in Tegelen, naar een kennis. Dit was de fabrikant Hekkens. Ik speelde daar ieder jaar met zijn Giel, die een kameraad had, die men Wum van de Sjeef noemde. We deden daar rondom de fabriek veel ondeugd, waarin Wum heel sterk was. Hij had toen al streken, die me bijbleven. Later werd Giel directeur van de gieterij, en Wum “Sjnieder” (kleermaker). Ik kwam er niet meer mee in contact, doch Wum kwam me nog dikwijls voor de geest. In later jaren trof ik Wum eens in een café. We kenden ons terug, en vertelden elkaar ons wedervaren. Ik was nog niet lang getrouwd, en in Kessel boer, toen ik hem met de kermis in café Houben bezig zag, kunsten te maken met kaarten. Hij legde bv. schoppen- en ruiten-aas op tafel, en noodde: “Wie kan me dit nadoen?” Iedereen kwam om de tafel staan. “ Als me dit iemand nadoet, geef ik een rondje voor de hele kamer!” Hij klopte met zijn hand onder de kaarten tegen het tafelblad, de kaarten verdwenen van tafel, en hij had ze in zijn hand. Dit herhaalde hij meermalen.
“Nu zal ik U eens wat anders laten zien!” Hij nam het harde strohoedje van zijn hoofd, en liet het 3 maal op zijn rand over de tafelrand rollen, terwijl hij zijn handen er op enige afstand boven hield om hem rond te sturen. Hij kreeg de belangstelling en veel potjes bier, waar het hem om te doen was. Ik kende hem nauwelijks terug en ging naar hem toe: “Heb ik het goed, dat ik Wum van de Sjeef voor me heb?” Hij keek me aan en praatte me na: “Heb ik goed dat ik Graat voor me heb?” We praatten nog wat over vroeger, toen hij opeens zei: “Ik wil graag met je gaan op de koffie.”
“Goed, kom maar mee.” We wandelden naar mijn huis, terwijl hij zijn fiets aan de hand hield. Ik vroeg: “Wil je thuis mijn vrouw ook eens je kunsten tonen?” “Goed, maar eerst de koffie.”
Ik stelde hem aan mijn vrouw voor, en we gebruikten vlaai en koffie. Hij vroeg: “Wat moet ik nu doen? Ik kan die hond van jou wel mee naar buiten nemen.” “Dat krijg je niet klaar!”
“Dat zou ik je kunnen laten zien. Hij zou zonder meer langs mijn fiets mee naar Tegelen lopen! Maar, laat ik dat niet doen. Je hond zou nooit iets meer waard zijn als waakhond.”
“Doe dat kunstje met die hoed maar eens voor mijn vrouw?”
Hij schoof de kopjes van de rand, en liet haar het kunstje zien. Mijn vrouw vond het sinister, en ging naar bed. Hij ging spoedig naar huis. Ik heb hem niet meer terug gezien. Hij moet erg aan lager wal zijn geraakt door drinken.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Bron
Naam Overig in Tekst
Hekkens   
Giel Hekkens   
Wum van de Sjeef   
Houben   
Graat   
Hekkens   
Giel Hekkens   
Wum van de Sjeef   
Graat   
Naam Locatie in Tekst
Tegelen   
Kessel   
Tegelen   
Kessel   
Houben   
Plaats van Handelen
Kessel   
Kloekenummer in tekst
L298p   
L270p