Beschrijving
(a) Een man schaatst in een wak. Door zijn grote snelheid schiet hij onder water door en kan hij kilometers verderop in een ander wak weer uit het water komen. (a1) Een man valt overboord en komt aan de andere kant van zijn boot weer boven water. (b) Weer op het droge merkt hij dat zijn pijp nog brandt. Cf. 1920H*.
Subgenre
mop
Literatuur
Moser-Rath 1964 330, 488, 1965 51.