CBAK0253

Een koning was er es uit reije, zooas koninge dat wel meer doen. Zoo kwam ie an een boereplaas waar op het hek stong Zonder Zorg.
Das vreemd, dogt de koning: ik ben nog wel het hoofd van het land en ik zit vol zorge; zou er dan hier ien wéze die geen zorge heb?
Dus hij laat stil houwe en gaat na de boerin toe.
"Zoo, vrouwtje," zeit ie, "hoe is het met je?"
"Best meneer, en met uwe?"
"Ook goed. Bevalt het je hier nog al?"
"O, dat gaat wel."
"En heb je nog al zorge?"
"Dat zou ik denke, meheer. Ik heb een hok met jonges en om die de mond ope te houwe, en te reede, en te kleede, deer hoort wat toe."
"Hoe heb ik het nou met je?" zeit de koning, "en op je hek staat Zonder Zorge."
"Ja, maar dat heb ik niet edaan," zeit de boerin: "Dat heb me heerschip er op late zette."
"Wie is je heerschip?"
"Nou, die en die," en toe noemde ze de naam van een lijfknecht van de koning.
"Zeg dat nog ers?" zeit de koning.
Dus zei zij het nog er es, en toe wist ie secuur dat die plaas an ien van zijn eigen lijfknechts behoorde.
De andere dag leet ie hem bij zich komme.
"Zoo, maat," zeit ie: "Ken je het nog al stelle?"
"Dat gaat wel meheer."
"Is die boereplaas van jou?"
"Jawel meheer."
"Dus heb jij geen zorge?"
"Welnee, meheer, ik heb de kost voor kauwe, ik krijg van uwe nog een goed weekgeld, en dan heb ik nog zelf ook een paar broekcentjes, dus wat wil ik meer?"
"Zoo," zeit de koning, "den zel ik je ders wat zegge. Ik heb wel zorge, en nou ken ik geen lui onder me hebbe die zonder zorg benne. Dus je moet maar op staande voet vertrekke."
Dat viel niet mee, en hij vroeg dus of er niks an te verandere was.
Op 't laast: jawel, as ie binne drie dage op de volgende vrage antwoord kon géve:
1. In hoeveel scheppe je de zee leeg kon scheppe.
2. Hoeveel dage je werk had om om de aarde te reje.
3. Wat ik denk?
Deer zat de lijfknecht. Zoo vroolijk as ie eerst was, zoo bedrukt was ie nou. Zijn kop zonk al lager en lager. Op laast kwam ie een kameraad teuge die nag al op hem leek.
"Wat is er?" zei die: "Je kijke of je Joppie vermoord heb."
"Nou," zeit ie, "zoo en zoo. Zou jij dan ook niet van streek weze?"
"Welnee," zeit de aar: "Geef mijn jou kleere, dan zel ik dat zakie wel netjes tracteere."
Dat ging an. De derde dag gaat hij na de koning.
"Zoo," zeit die, "ben je deer? Nou, met hoeveel scheppe ken je de zee leeg scheppe?"
"Met ien schep," zeit ie, "as de schep maar groot genog is."
"Knap," zeit de koning: "En hoeveel dage heb je werk om om de aarde te reize?"
"Vierentwintig uur," zeit ie, "as je maar op de zon gaat zitte."
"Das weergaas knap," zeit de koning: "Maar nou: wat denk ik?"
"Wel," zeit ie, "uwe denkt dat ik die en die ben, en ik ben zen maat."
De koning most lache, dat de ander hem zoo bij het lijf had en toe mocht ie weer blaive.
(D. Schuurman)

AT 0922 - The shepherd substituting for the priest answers the king's questions    AT 0922 - The shepherd substituting for the priest answers the king's questions   

ATU 0922 - The Shepherd Substituting for the Clergyman Answers the King’s Questions.    ATU 0922 - The Shepherd Substituting for the Clergyman Answers the King’s Questions.   

Koning die merkt dat een hofdienaar een boerderij Zonder Zorg heeft genoemd, omdat hij geen zorgen heeft, wil de man ontslaan. De man krijgt nog een kans als hij binnen drie dagen de oplossing kan geven op de vragen in hoeveel scheppen de zee leeg te scheppen is, hoe lang een reis om de aarde duurt en wat de koning denkt. Een vriend van de man zegt de oplossingen te hebben, trekt de kleren van hem aan en gaat naar de koning. Hij zegt dat één grote schep voldoende is om de zee leeg te scheppen, dat er op de zon zittend vierentwintig uur nodig is, en dat de koning denkt dat hij zijn dienaar is, maar hij is de vriend. De koning lacht er om dat hij is beetgenomen, en de dienaar mag blijven.

Collectie Bakker (Archief Meertens Instituut)

H696.1 - Riddle: how much water is in the sea?    H696.1 - Riddle: how much water is in the sea?   

H681.1.1 - How far is it from one end of the earth to the other? A day’s journey, since the sun makes it daily.    H681.1.1 - How far is it from one end of the earth to the other? A day’s journey, since the sun makes it daily.   

H524.1 - “What am I thinking?”    H524.1 - “What am I thinking?”   

7 oktober 1901, in brief november 1901

In CBAK0299 wordt nog even kort teruggekomen op dit sprookje.

The Shepherd Substituting for the Priest Answers the King's Questions

Zonder Zorg    Zonder Zorg   

Joppie    Joppie   

2013-03-01 14:46:21