Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CBAK0499

Een mop (mondeling), vrijdag 05 juli 1912

Hoofdtekst

Een dominee in Edam, jaren geleden, was ongetrouwd en leefde met een huishoudster. Voor zaken moest hij op reis.
Toen hij weg was, had hij net een gevoel bij zich of iemand tegen hem zei: "Keer terug."
Dat deed ie. Thuis komende, zag hij dat zijn geheele huis verlicht was. Hij ontsloot de deur en zag drie à vier kerels bij zijn huishoudster aan tafel zitten. Hij vroeg wat ze moesten.
Nou, ze waren metselaars die aan de pastorie te werk waren, en nu waren ze bij de huishoudster op een kopje.
Hoe ze dan binnen gekomen waren?
Wel ze waren langs de leer door het zolderraam geklommen. Dominee gaf bevel aan zijn huishoudster om ze goed te tracteeren. Dat gebeurde.
Op 't laatst zeidie: "Nou menschen, ik heb slaap. Nou most jelui maar gaan."
Dat was goed, maar hoe ze ook smeekten: ze moesten den zelfden weg weerom, die ze gekomen waren.
Toen ze alle vier op de leer stonden, gooide dominee de leer om en braken zullie der nek.
(Uitdam)

Beschrijving

Dominee krijgt op reis het gevoel dat hij terug moet gaan. Bij terugkomst ziet hij mannen bij zijn huishoudster aan tafel zitten te drinken. Op zijn vraag hoe ze binnen zijn gekomen vertellen ze dat ze langs een ladder door het zolderraam zijn geklommen. De dominee tracteert ze goed, en vraagt ze als hij naar bed wil gaan te vertrekken, en wel zoals ze zijn gekomen. Als ze alle vier op de ladder staan gooit dominee die om, en alle vier breken ze hun nek.

Bron

Collectie Bakker (Archief Meertens Instituut)

Commentaar

5 juli 1912

Naam Locatie in Tekst

Edam    Edam   

Plaats van Handelen

Edam (Noord-Holland)    Edam (Noord-Holland)   

Kloekenummer in tekst

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21