Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SINVS014 - De vrouw is de baas

Een sprookje (boek), (foutieve datum)

Leonardo_Diffusion_XL_a_brown_horse_and_a_white_horse_and_one_1.jpg
tegel_spreuktegel_nr15_75.JPG

Hoofdtekst

DE VROUW IS DE BAAS
Er was eens een jonge boer, die niet al te best met zijn vrouw overweg kon.Zij waren nog niet lang getrouwd, maar hij voelde zich niet gelukkig. Zijn vrouw zorgde goed voor alles, gooide het geld niet over de balk, was ijverig en flink maar... ze wou de baas wezen en dat leek hem de verkeerde wereld. De man de baas, dat was, meende hij, recht.
Eindelijk ging hij naar zijn schoonvader om erover te spreken.
"Zo wil ik het niet langer," zei hij. "Een van beide: je brengt je dochter tot rede of je krijgt haar terug.""Goed," zei zijn schoonvader, "ik zal mijn dochter terugnemen onder één voorwaarde."
"Wat is dat dan?" vroeg de jonge boer wantrouwig.
"Kijk eens, je zegt dat je vrouw de baas wil wezen en dat je altijd haar zin moet doen. Och, dat is overal zo en om dat te bewijzen, zal ik je de gelegenheid geven om te ontdekken, dat alle vrouwen de baas zijn, maar dat de mannen het niet weten. Ik zal je een wagen geven, waarop een mand met tweehonderd eieren staat en die bespannen is met vier paarden, een volbloed hengst, een bruin paard, een isabellekleurig paard en een schimmelmerrie. Nu ga je rond en vraagt huis aan huis wie de baas is. Waar de man de baas is, geef je een paard, dat ze zelf mogen kiezen, waar de vrouw de baas is, geef je een ei. Als je nu de vier paarden eerder kwijt bent dan de tweehonderd eieren, dan neem ik mijn dochter terug, en kun je de bruidschat houden."
De jonge man nam dadelijk het voorstel aan en ging dezelfde dag nog op weg met zijn paarden en eieren. Toen hij een week onderweg was, had hij al veel huizen aangedaan en telkens een ei moeten geven, maar een paard was hij nog niet kwijtgeraakt.
De achtste dag kwam hij bij een alleenstaande woning. Het was in de middag toen hij er binnenging, en vroeg wie de baas was.
Een jonge vrouw stond hem te woord en sprak op zachte toon: "De baas? Wel dat is mijn man. Wou je hem spreken?"
"Ja!" was het antwoord. "Ik moet van hemzelf ook horen, dat hij de baas is."
"Dan moet je een ogenblik wachten, want hij slaapt nu. Over een minuut of tien zal hij wel komen. Zie je, ik durf hem niet wakker te maken."
Verheugd bleef de man wachten.
Dat was nu de eerste woning, waar de man werkelijk de baas was. Hij was nieuwsgierig welk paard die wel zou kiezen, want dat hij koos, stond wel vast. Onderwijl was de tijd verstreken en kwam de man binnen. Hij antwoordde grif, dat hij de baas was.
"Welnu," zei de bezoeker, "ga dan mee naar mijn wagen, en ik zal je een paard geven, dat je zelf mag uitzoeken."
Daar was de baas wel voor te vinden en samen gingen ze naar buiten.
"Och," zei hij, "vrouw, jij moest ook maar meegaan, dan kun je ook eens kijken."
Toen ze bij de wagen waren, bekeek de man de paarden van alle kanten. Hij kon niet zo gauw besluiten, want ze zagen er alle vier goed uit.
Tenslotte zei hij: "Me dunkt de volbloedhengst, dié moet het maar zijn."
De vrouw, die er ook eens omheen gelopen had, was meer voor de schimmelmerrie.
"Die schimmelmerrie is het beste paard van de vier. Och man, zie toch eens zo'n prachtig dier, zo mooi van kleur en bouw, wat zul je daar mooie veulens van krijgen. Neen hoor, de volbloedhengst is wel een heel mooi paard, ja zeker, een heel mooi paard, maar je moet zien wat het beste paard is en dat is de schimmelmerrie."
"Ja, maar," zei de baas twijfelend, "ik heb toch liever de volbloedhengst."
"Nou, dan weet je er niets van!" was het antwoord. "Ik houd het met de schimmelmerrie."
"Nu, dan moet het de schimmelmerrie maar zijn," besloot de baas.
De jonge man, die het gesprek met stijgende onrust had gevolgd, schudde het hoofd.
"Och, och, wat jammer," zei hij, "ik zie het wel; ook hier is de vrouw de baas. Beste mensen, laat ik jullie maar een ei schenken, dat komt je eerlijk toe. Ik had je liever een paard gegeven, maar waar de zaken zo staan, kan ik niet anders."
Bij die woorden maakte hij rechtsomkeert en reed naar zijn schoonvader terug, aan wie hij al zijn paarden terugbracht, maar van de eieren waren er niet veel meer over.
"Je hebt gelijk vader," zei hij, "de vrouw is de baas, maar de mannen weten het niet. Ik weet het nou wel en het zal zo ook wel het beste wezen."
(Drente)

Onderwerp

AT 1366A* - Search for Husband in Command    AT 1366A* - Search for Husband in Command   

ATU 1375 - Who Can Rule his Wife?    ATU 1375 - Who Can Rule his Wife?   

AT 1375 - Who can Rule his Wife?    AT 1375 - Who can Rule his Wife?   

Beschrijving

Een pas getrouwde boer is niet tevreden met zijn vrouw omdat zij de baas is. De man doet zijn beklag bij zijn schoonvader die verklaart dat de vrouw in het huwelijk altijd de baas is, maar dat de man dat niet weet. Om dat te ondervinden krijgt de jonge boer tweehonderd eieren en vier paarden mee. Aan elk huis waar de man de baas is, moet hij een paard geven; waar de vrouw de baas is, moet hij een ei geven. De eieren raakt de man snel kwijt, maar de paarden niet. Slecht in één huis lijkt het alsof de man de baas is. De man mag daarom een paard uitzoeken. Hij kiest er een uit, maar zijn vrouw wil graag een andere. De man kiest voor het paard dat zijn vrouw aanwees. Ook hier is de vrouw de baas. De boer keert met alle paarden terug naar zijn schoonvader, overtuigd van het feit dat de vrouw de baas is en dat dat ook wel het beste zal zijn.

Bron

J.R.W. Sinninghe: Volkssprookjes uit Nederland en Vlaanderen. Den Haag 1978, p.46-48