Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

INDISCH06 - De kantjil en de tijger

Een sprookje (boek), 1905

Leonardo_Diffusion_XL_mouse_deer_Kantjil_and_the_tiger_19th_ce_3.jpg
KantjilTijger.jpg

Hoofdtekst

De kantjil en de tijger
Er leefde eens een heel bloeddorstige tijger in een groot bos en alle dieren waren bang voor hem. Op zekere dag had de tijger weer een vreselijke honger en kwam hij uit het struikgewas te voorschijn om een prooi te zoeken. Een hele dag zwierf hij rond, maar hij kon geen enkel dier ontdekken behalve een paar vogels, maar die zaten hoog in een boom. Terneergeslagen keerde hij ’s avonds naar zijn schuilplaats terug, maar de volgende ochtend ging hij er weer vroeg op uit, want zijn honger was nog heel wat groter geworden.
Lang had hij weer gezocht, tot hij boven op een oude boomstam een kantjil zag zitten. Woest brullend vloog hij op hem af. Maar zodra de kantjil de uitgehongerde tijger op zich zag afkomen, sprong hij van de tronk af en rende weg zo hard als hij kon, zó hard, dat het scheen dat hij de grond niet raakte. In zijn wilde vaart kwam hij opeens in een diepe, smalle bergkloof terecht. Hoe hij zich ook inspande, hij kon tegen de steile wanden niet opkomen en zo zat hij in de kloof gevangen.
Een paar dagen later zag hij op de rand een wilde hond die juist over de kloof wilde springen. De hond zag de kantjil en zei: “Wel, kantjil, wat voer jij daar in de diepte uit?”
De kantjil hoorde zich nog niet toespreken, of hij bedacht een list. Hij antwoordde: “Ik zit hier, omdat ik hier eindelijk een veilige schuilplaats gevonden heb. Heb je dan niet gehoord, dat de hemel elk ogenblik kan invallen? Daarom ben ik hierheen gevlucht, want hier zit ik ten minste veilig.”
Toen de hond dit hoorde, zei hij: “Als dat zo is, dan kom ik bij je. Dan hoef ik ook niet meer bang te zijn.”
“Nee,” zei de kantjil, “dat gaat niet, want hier is geen plaats voor ons allebei.”
De hond bleef nog een poosje op de rand zitten. Eindelijk zei de kantjil tegen hem: “Nou, je bent toch maar alleen; dan kan ik nog wel een plaatsje voor je vrijmaken. Kom dus maar bij me.”
De hond liet zich dat geen twee maal zeggen en sprong meteen naar beneden. Stil ging hij naast de kantjil afwachten, wat er gebeuren zou.
Zo zaten zij de hele dag in de kloof.
Toen zei de hond: “Kantjil, wat duurt dat lang voor de hemel invalt.”
“Ja,” zei de kantjil, “maar ze hebben mij heus gezegd, dat het gebeuren zou. Ga eens rechtop staan, dan kan ik op je rug klimmen en eens goed kijken of er niets aan de hand is.”
Dat vond de hond goed en de kantjil klom op zijn rug en was met één sprong uit de kloof. Hij was nog niet op de rand, of hij zette het op een lopen, zonder zich verder om de hond te bekommeren.
Hij ging regelrecht naar een djatibos. Hier deed hij zich tegoed aan de jonge loten, zodat zijn lippen van het sap helemaal rood waren. Toen bestreek hij met zijn tong er verder zijn hele lichaam mee, zodat hij eruit zag of hij vol bloed zat.
De tijger zat nog altijd de kantjil achterna en vond hem eindelijk in het djatibos. Zodra de kantjil hem zag, riep hij: “Ja, tijger, eet mij eens op als je durft; of kom je soms hier om door mij verslonden te worden? Kijk eens wat een dieren ik onderweg al gedood heb. Zie je wel, dat mijn hele lichaam vol bloed zit?”
De tijger werd bang, toen hij de kantjil vol moet rode vlekken zag en hij durfde hem voortaan niet meer te vervolgen. (Javaanse fabel)

Onderwerp

AT 0031 - The Fox Climbs from the Pit on the Wolf's Back    AT 0031 - The Fox Climbs from the Pit on the Wolf's Back   

ATU 0031 - The Fox Climbs from the Pit on the Wolf’s Back.    ATU 0031 - The Fox Climbs from the Pit on the Wolf’s Back.   

Beschrijving

Het dwerghert Kantjil vlucht voor een tijger, maar valt daarbij in een kloof. Hij weet een hond in de kloof te lokken, door te beweren dat hij aan het schuilen is, omdat de hemel naar beneden zal vallen. Kantjil klimt op de rug van de hond en ontsnapt. Hij eet rode wortels waardoor het lijkt alsof hij onder het bloed zit. Als de tijger hem vindt, waarschuwt Kantjil hem: hij heeft al menig roofdier verslonden. De tijger wordt bang en vlucht.

Bron

Jan de Vries: Indische volksverhalen. Utrecht [etc.] 1964, p. 21-22

Naam Overig in Tekst

Kantjil    Kantjil   

Javaans    Javaans   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20