Een notaris vraagt een man waar zijn land ligt. De man sluit zijn ogen en zegt: "Alles wat ik hier zie is van mij". De notaris schrijft hierop een groot terrein op zijn naam.
All remain hanging to the magic object: bundle of hay, cow, servant boy, preacher, etc.
I. The Golden Goose. (a) Of three brothers only the youngest divides food and drink with a hungry man and receives as reward a golden goose; or (b) he gets the…
I. (a) Een jongen werkt een jaar bij een boer voor een haan. Hij komt bij een heer met een bok met koperen horens. Zij laten hun dieren vechten. De haan wint en de jongen krijgt zoals afgesproken de bok. (a1) Een jongen krijgt een boek (1655)…
(a) vraagt een dominee, (a1) strandjutter, (a2) man, (b) op het eiland Ameland, (b1) Marken, (b2) Terschelling, (b3) Vlieland, (c) hiertoe aangezet door zijn gemeente.
(a) Een meid, (a1) boer, (b) zal zijn nieuwe knecht leren hoe hij met een hamer op het aambeeld, (b1) een paal, moet slaan: "Als ik met mijn hoofd knik dan sla je erop." (c) De knecht slaat hem op het hoofd. (d) Dood. [J2460.1].
The fox helps the man; his reward. He converses with his members.
I. The man in anger calls his horse »bear-food«. The bear comes and threatens to eat the horse. [C25].
II. A fox agrees to help the man in return for geese. The fox goes into the…
Een man urineert bij nacht door een deur naar buiten. Weer binnen vraagt iemand hem hoe het weer was. "Betrokken lucht en het ruikt naar brood (en geen sterren)". Hij had i.p.v. de buitendeur de kastdeur (kelderdeur) opengetrokken.
A man decides to frighten another (or his son or servant). He dresses in a sheet; his pet monkey puts on a sheet and follows him. The person who is doing the scaring hears his intended victim say, »Run Big 'Fraid, run; Little 'Fraid'll get you.» The…
(a) Een boer stuurt zijn knecht, met wie hij niet ver van de boerderij op het land aan het werk is, naar de boerderij om een paar handschoenen, (a1) laarzen, (a2) harken, (a3) hooivorken, (a4) eieren, te halen. (b) De knecht zegt tot de boeren en de…
(a) Iemand heeft een grote kool, (a1) de kolen, (a2) rapen, uit (b) dominee's, (b1) iemands, tuin gestolen, (c) Dominee, (c1) de pastoor, dreigt zondags tijdens de preek (d) de stronk, (d1) een kool, (d2) raap, (d3) de bijbel, (d4) zijn gebedenboek,…
Etnische grap. Nationaliteiten gooien dingen weg waar ze genoeg van hebben; Belg gooit friet, Italiaan pizza, Amerikaan hamburgers, Marokkaan hoofddoekjes, etc. De Nederlander gooit de vertegenwoordiger van de minderheid (Turk, Marokkaan, Surinamer).
Jongen biecht bij pastoor. Alle pogingen om een meisje te verleiden, worden door de pastoor niet als zonde beschouwd. Pas als de ouders van de jongen het minnekozen verstoren, roept de pastoor: "Dat is zonde!"
(a) Een meid, (a1) boerin, moet 's ochtends vroeg naar het privaat. (b) De boer vraagt haar: "Hoe was het weer?" "De wind schoot uit en er viel vocht" (zij had een wind gelaten en geürineerd). (c) De boer: "Dan maar weer naar bed." (c1) Hierop mogen…
The fool starves himself at table since a cat steps on his foot and he thinks his companion is giving him hint to stop eating. He later hunts food in house and gets into trouble. [J2541]. Cf. Type 1775.
I. (a) Een man en zijn vrouw, (a1) boer en boerin, (a2) moeder en zoon, (a3) jongen en meisje, (a4) grootknecht en jongste knecht, (a5) schilder en zijn knecht, (b) Jan en Tryn, (b1) Gryt, (b2) Kike en Kanne, (b3) Obe-om en Tytjse-muoi, (b4) Oeble en…