Janna Scholten ziet in huis witte wieven die een vuur aanmaken. Janna vraagt ze om weg te gaan, maar ze zeggen dat het vuur geen kwaad doet, wat ook zo is. Op een gegeven moment zijn ze ineens verdwenen, samen met het vuur.
Broer Sjoerd woont in een woonwagen bij het klooster. Als hij niet aanwezig is, begint de wagen opeens heftig heen en weer te schudden terwijl het windstil is.