Bij een behangklus vindt een boer een schatkaart van zijn opa. Hij brandt de aangeduide wilg af en vindt de schat. Op de plaats van de wilg plant hij een es.
Een pasgetrouwde man had een heg gemaakt, maar was niet meer toegekomen aan de schroten, hij moest gaan werken op de Friese klei. Toen hij na een week thuis kwam, was de afrastering klaar. Zijn vrouw zei dat ze op een avond een hoop lawaai buiten had…