De tuinkabouter van een man is op een dag verdwenen. Kort daarna ontvangt de man kaarten van over de hele wereld met de groeten van zijn tuinkabouter. Anderhalf jaar later staat de tuinkabouter plotseling met rugzak en al weer bij hem voor de deur.
In een pamflet wordt gevraagd om ansichtkaarten voor een ernstig zieke jongen in het ziekenhuis. In ruil voor tienduizend kaarten zou de PTT hem een vakantie cadeau doen. Zowel de PTT als de jongen weten echter nergens iets van.
Een vrouw heeft een grote tuinkabouter. Op een dag is hij verdwenen. Na enige tijd begint zij ansichtkaarten van hem te ontvangen uit verre vakantieplaatsen.