Twee broers kregen eens de derdendaagse koorts (malaria). De dokter kon de koorts niet wegkrijgen. Toen gingen ze naar Knjillis Wytses, de wonderdokter. Hij liet ze brandenwijn met een eierdooier innemen. Toen was de koorts in een keer over.
Van de hei kun je heidekoorts krijgen. Veel mensen die in Groningen op de klei gingen werken, kregen om de derde dag koorts. Dat was derdendaagse koorts [malaria].