Een verstandelijk gehandicapte jongen weigert na bezoek aan de dierentuin de taxibus uit te komen. Hij blijkt een natte broek te hebben en zijn rugzak beweegt. In de rugzak blijkt een dwergpinguïn te zitten, meegenomen uit de dierentuin.
Iemand heeft zelfmoord gepleegd door zichzelf in het leeuwenverblijf van de dierentuin op te sluiten. De oppasser merkt eerst dat de dieren weinig trek hebben, en ziet dan kleding liggen met een briefje met verontschuldigingen voor de rommel.