Hoofdtekst
Roodkapje kind'ren, u bekend
Wordt bij vernieuwing thans
U voorgesteld met deze prent
Naar 't spreukje van De Gans.
Ga zien, zegt moeder, lieve kind,
Hoe uw grootmoeder zich bevind,
Zij heeft in lang u niet gezien,
Uw komst zal haar genoegen bien.
Opdat de moeder de oude vrouw,
Nog meer genoegen scheppen zou,
Ziet gij, hoe zij hier wafels bakt,
Die Roodkapje in haar mandje pakt.
De moeder, met haar plan te vreên,
Zendt haar lief Roodkapje heen;
Spoed, zegt zij, op den weg u voort,
Opdat geen ongeval u stoort.
Roodkapje gaat op moeder last,
Zoo als ' een brave dochter past,
Naar 't dorp dat gij in 't ver verschie,
Hier kind'eren / u geteekend ziet.
Een wolf, die haar in 't bosch begroet,
Vraagt listig waar zij henen moet,
'k Ga naar mijn oude Grootje zien,
Zegt zij, en haar deez' wafels bien.
Waar woont zij vraagt de looze gast,
Het lieve kind, door hem verrast,
Zegt: 't eerste huis in 't dorp woont zij,
Den gindschen molen pas voorbij.
De wolf door dit berigt bekoord,
Spoedt zich naar Grootjes woning voort
Alwaar hij zich het kloppen waagt,
Terwijl Roodkapje vlinders jaagt.
Trek aan het klinkje! riep de vrouw,
Onkundig wat haar nad'ren zou:
De wolf stapt in en ongestoord,
Wordt door hem de oude vrouw vermoord.
Roodkapje van geen kwaad bewust,
Komt aan de hut en klopt gerust,
Wie daar? -- Roodkapje! -- komt mijn kind,
Bij Grootje, die zich krank bevind.
De wolf had zich in 't bed gelegd
Roodkapje nadert hem -- hij zegt
Zet uwe wafeltjes hier bij,
En kom te bed naast Grootjes zij,
Roodkapje, dat onnoozele wicht
Verschrikt door Grootjes wreed gezigt,
Wat hebt gij, zegt ze in d'eigenstond
Toch groote tanden in uw mond
'T is opdat ik mij met spoed,
Met u als met uw Grootje voed,
Met drift verscheurd hij 't schuld'looz kind.
Als 't loon, dat haar vertrouwen vindt.
Wordt bij vernieuwing thans
U voorgesteld met deze prent
Naar 't spreukje van De Gans.
Ga zien, zegt moeder, lieve kind,
Hoe uw grootmoeder zich bevind,
Zij heeft in lang u niet gezien,
Uw komst zal haar genoegen bien.
Opdat de moeder de oude vrouw,
Nog meer genoegen scheppen zou,
Ziet gij, hoe zij hier wafels bakt,
Die Roodkapje in haar mandje pakt.
De moeder, met haar plan te vreên,
Zendt haar lief Roodkapje heen;
Spoed, zegt zij, op den weg u voort,
Opdat geen ongeval u stoort.
Roodkapje gaat op moeder last,
Zoo als ' een brave dochter past,
Naar 't dorp dat gij in 't ver verschie,
Hier kind'eren / u geteekend ziet.
Een wolf, die haar in 't bosch begroet,
Vraagt listig waar zij henen moet,
'k Ga naar mijn oude Grootje zien,
Zegt zij, en haar deez' wafels bien.
Waar woont zij vraagt de looze gast,
Het lieve kind, door hem verrast,
Zegt: 't eerste huis in 't dorp woont zij,
Den gindschen molen pas voorbij.
De wolf door dit berigt bekoord,
Spoedt zich naar Grootjes woning voort
Alwaar hij zich het kloppen waagt,
Terwijl Roodkapje vlinders jaagt.
Trek aan het klinkje! riep de vrouw,
Onkundig wat haar nad'ren zou:
De wolf stapt in en ongestoord,
Wordt door hem de oude vrouw vermoord.
Roodkapje van geen kwaad bewust,
Komt aan de hut en klopt gerust,
Wie daar? -- Roodkapje! -- komt mijn kind,
Bij Grootje, die zich krank bevind.
De wolf had zich in 't bed gelegd
Roodkapje nadert hem -- hij zegt
Zet uwe wafeltjes hier bij,
En kom te bed naast Grootjes zij,
Roodkapje, dat onnoozele wicht
Verschrikt door Grootjes wreed gezigt,
Wat hebt gij, zegt ze in d'eigenstond
Toch groote tanden in uw mond
'T is opdat ik mij met spoed,
Met u als met uw Grootje voed,
Met drift verscheurd hij 't schuld'looz kind.
Als 't loon, dat haar vertrouwen vindt.
Onderwerp
ATU 0333 - Little Red Riding Hood   
AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   
Beschrijving
Moeder waarschuwt Roodkapje om onderweg naar grootmoeder niet te treuzelen. In het bos komt ze een wolf tegen, vertelt dat ze naar grootmoeder gaat en waar ze woont. Terwijl Roodkapje vlinders vangt, gaat de wolf naar grootmoeders huis, eet haar op en gaat in bed liggen. Als Roodkapje aanklopt doet de wolf alsof hij grootmoeder is, en vraagt haar om in bed te komen. Roodkapje verbaast zich over de grote tanden van grootmoeder, waarop de wolf haar opeet.
Bron
Roodkapje kind'ren, u bekend. [S.l.]: [s.n.], [tussen 1848-1881]
KB: Borms 0785
Collectie Roodkapje/Karsdorp
KB: Borms 0785
Collectie Roodkapje/Karsdorp
Motief
K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   
B211.2.4 - Speaking wolf.   
Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   
J21.5 - ”Do not leave the highway“:   
Commentaar
Naar Charles Perrault
Prentnr. 30
Herdr. van nr. 4 van T.J. Wijnhoven-Hendriksen
Prentnr. 30
Herdr. van nr. 4 van T.J. Wijnhoven-Hendriksen
Naam Overig in Tekst
Roodkapje   
De Gans