Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE073

Een sprookje (boek), 1945

Hoofdtekst

Er was eens een klein dorpsmeisje, het liefste dat je ooit gezien hebt. Haar moeder was gek op haar en haar grootmoeder nog veel gekker. Die goede vrouw had, tegelijk met een mooi jurkje, een klein rood kapje voor haar laten maken dat haar snoezig stond. Zo lief, dat weldra iedereen in de streek het meisje niet anders dan Roodkapje noemde.
Eens op een dag zei haar moeder, die heerlijke taartjes gebakken had, tegen haar:
-- Breng deze maar naar Grootmoeder, maar blijf niet treuzelen in het bos.
Roodkapje was vast van plan haar moeder te gehoorzamen maar, toen zij eenmaal in het bos was, zag ze daar zoveel bloemen dat zij lust kreeg er van te plukken. Zij aarzelde nog toen zij kameraad wolf tegenkwam, die zei, dat zij eruit zag om in te bijten. Hij had erge zin om haar op te eten, maar durfde het niet, omdat hij niet ver daar vandaan een houthakker bezig hoorde. Hij vroeg dus alleen aan het kleine meisje, waar zij heen ging.
-- Ik ga mijn grootmoeder opzoeken.
-- Woont die ver weg? vroeg de wolf.
-- Voorbij de molen die je ziet als je het bos uitkomt, in het eerste huisje van het dorp, antwoordde het kind zonder argwaan.
-- Wel! zei de wolf, ik ga ook naar haar toe, ik ga langs deze weg, ga jij dan langs de andere, dan kunnen wij zien wie er het eerste is.
De wolf liep zo hard hij kon de kortste weg langs. Ondertussen had Roodkapje, die toch een ruiker voor haar grootmoeder was gaan maken, haar mandje neergezet om de vele bloemen te plukken, daarna liep zij langzaam verder.
De wolf was daarentegen spoedig bij het huisje, dat hem zo duidelijk aangeduid was, aangekomen. Hij klopte op de deur : Tok-Tok.
-- Wie is daar?
De wolf veranderde zijn stem en antwoordde :
-- Uw klein meisje, Roodkapje, die U melk, taart en een potje boter van moeder komt brengen.
Het goede oudje, dat in bed lag, omdat zij ziek was, riep :
-- Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel opengaan.
De wolf trok en de deur ging open. Dadelijk wierp het boze dier, dat sedert drie dagen niet gegeten had, zich op de goede vrouw en verslond haar in één hap. Toen ging hij de deur sluiten en ging in het bed liggen inplaats van de arme grootmoeder. Terwijl hij zorgvuldig haar muts opzette en die wat in zijn ogen trok, wachtte hij op Roodkapje. Zij kwam ook werkelijk, kort daarop bij het huisje aan en klopte op de deur.
Tok-Tok. "Wie is daar?"
-- Uw klein meisje, Roodkapje, die U een taart en een potje boter komt brengen, dat Moeder U stuurt.
De wolf antwoordde, zacht sprekend :
-- Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel opengaan.
Roodkapje trok en de deur ging open. De wolf, die haar zag binnenkomen, verborg zijn kop achter de bedgordijnen en zei met een stem, die hij nog zachter probeerde te maken:
-- Zet de taart en het potje boter op die kist en kom bij me liggen.
-- Ik zal U eerst mijn mooie ruiker geven, zei Roodkapje, naar het bed toekomend en haar bloemen toestekend.
De wolf, die, toen zij dichtbij kwam, alle voorzichtigheid vergat, lichtte de kop op om zijn prooi te zien. Roodkapje was verbaasd te zien hoe haar grootmoeder er in bed uitzag en riep uit :
-- O! grootmoeder, wat hebt U grote, schitterende ogen!
-- Dat is om je beter te zien, mijn kind.
-- O! grootmoeder, wat hebt U grote oren!
-- Dat is om je beter te horen, mijn kind!
-- O! grootmoeder, wat hebt U lange armen!
-- Dat is om je beter te omarmen, mijn kind!
-- O! grootmoeder, wat hebt U grote tanden!
-- Dat is om je beter te kunnen opeten, mijn kind!
En meteen sprong de wolf naar voren om Roodkapje op te eten, maar die sprong angstig achteruit en gilde luid. Toen zij de drempel overkwam, stond daar juist een flink bewapende jager met twee honden. Hij had de wolf een uur geleden in het bos gezien, toen hij naar het huisje van grootmoeder op weg was, maar hij was het spoor bijster geworden en vreesde juist het niet weer te zullen vinden toen hij het roepen van het kind hoorde. Toen hij haar gillende en huilende het huis uit zag komen ging hij voor haar staan en legde zijn geweer aan om de wolf te doden, zodra deze over de drempel kwam. Maar de wolf begreep direct dat hij daar een zekere dood tegemoet ging. Hij ontsnapte dus liever door het raam, niet zonder door een kogel geraakt te zijn. Dit verhinderde hem toch niet vrij ver weg te lopen, maar hij had buiten de honden gerekend. Om aan deze te ontsnappen sprong de wolf zonder aarzelen in een put waar hij binnen de minuut ellendig verdronk.
De goede jager nam toen Roodkapje mee naar zijn huis waar zijn eigen grootmoeder was. Deze droogde de tranen van het kleine meisje en zij aten toen samen de taart en de boter op. Toen bracht de jager Roodkapje weer naar haar moeder aan wie zij de vreselijke geschiedenis vertelde. Zij beloofde nooit meer te treuzelen onderweg en vooral nooit meer wolven antwoord te geven.

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Roodkapje, op weg naar grootmoeder, gehoorzaamt niet aan de waarschuwing om in het bos niet te treuzelen. In het bos komt ze de wolf tegen, die haar meteen wil opeten, maar niet durft omdat er een houthakker in de buurt is. Ze vertelt de wolf waar ze heen gaat en waar grootmoeder woont. De wolf zegt dat hij ook naar grootmoeder gaat, en stelt voor ieder een andere weg te nemen. Hij neemt de kortste weg, terwijl Roodkapje bloemen gaat plukken. Bij grootmoeders huis klopt de wolf aan, doet de stem van Roodkapje na, mag binnenkomen en eet meteen grootmoeder op. Als Roodkapje aanklopt doet de wolf, die met haar muts op in bed is gaan liggen, de stem van grootmoeder na. Roodkapje verbaast zich over het uiterlijk van grootmoeder, en na de opmnerking dat ze grote tanden heeft, wil de wolf haar grijpen. Roodkapje weet naar buiten te komen en op haar gillen komt een jager met honden af. De wolf ontsnapt door een raam, wordt geraakt, de honden verhinderen dat hij kan vluchten, waarop hij in een put springt en verdrinkt. De jager neemt Roodkapje mee naar huis, en daarna naar haar moeder. Ze belooft nooit meer te treuzelen en met wolven te praten.

Bron

Roodkapje. [Luik]: [Chagor], [1945]
KB: KW Ki 1134
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Commentaar

Ills Béatrice Mallet
Naar Perrault

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-02-11