Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE111 - Roodkapje

Een sprookje (boek), 1960 - 1969

Hoofdtekst

Roodkapje
Héél lang geleden was een meisje dat Roodkapje heette, omdat ze altijd een rode puntmuts droeg. Achter haar huis was een groot bos. In dat bos stond een klein huisje en in dat huisje woonde de grootmoeder van Roodkapje.
Op zekeren dag werd haar grootmoeder ziek. Toen bakte Roodkapjes moeder een lekkere taart en die deed ze in een mandje, samen met tien eieren en een pond verse boter. "Breng jij die mand maar naar je zieke grootmoeder!", zei ze tegen Roodkapje, "en zeg maar dat ze gauw beter moet worden. Je moet niet hollen, anders val je en dan breken de eieren. En als je iemand tegen komt moet je niets zeggen!"
Roodkapje beloofde alles te zullen doen en even later was ze midden in het bos. De vogeltjes vlogen om haar heen en de bloemetjes lachten haar toe. "Wat een mooie bloemen", dacht ze, "ik zal er een paar plukken voor grootmoeder!"
Ze was net aan het plukken, toen er opeens een grote wolf op haar af kwam. Hij had de lekkere taart geroken!
"Goede morgen", bromde de wolf, "waar ga je naar toe?"
"Naar mijn zieke grootmoeder", zei Roodkapje, en ze vergat helemaal dat ze tegen niemand mocht praten ...
De wolf was heel slim en bovendien had hij erge honger. "Ik zou dat kleine meisje best op willen eten ...", dacht hij. Maar hij begreep wel dat hij voorzichtig moest zijn, want ze waren nog vlak bij het dorp. Weet je wat hij toen deed?
Hij holde naar het huisje van Roodkapjes grootmoeder ...
Eerst keek hij door het raam, om te zien of er iemand thuis was en toen klopte hij met z'n poot op de deur.
"Wie is daar?", riep grootmoeder.
De wolf maakte zijn stem heel hoog en heel zacht en toen zei hij: "Ik ben het, grootmoedertje, Roodkapje!"
"Kom dan maar binnen", riep grootmoeder, "ik lig in bed en kan de deur niet zelf openmaken ..."
De boze wolf duwde de deur open en kwam de kamer in. Met één grote sprong was hij bij het bed en vóór grootmoeder om hulp kon roepen had hij haar al opgeslokt, met huid en haar. Alleen haar kleren liet hij liggen. Weet je waarom? Luister maar:
Hij trok grootmoeders nachtjapon aan, zette haar bril op zijn lange neus en ging toen in haar bed liggen!
Even later klopte Roodkapje op de deur. "Wie is daar?" riep de wolf en hij was zo opgewonden dat hij zelfs vergat om z'n stem te veranderen.
Roodkapje was dan ook heel verbaasd toen zij haar grootmoeder met zo'n diepe bromstem hoorde praten. Maar ach ... ze wist dat grootmoeder verkouden was, daar zou het wel door komen.
"Ik ben het grootmoeder", zei ze, "Mammie heeft me gestuurd met een taart en boter en eieren!" Nu vergat de wolf niet om met een hoog stemmetje te praten en hij zei dat ze maar gauw binnen moest komen. Roodkapje stapte de kamer in, maar zij stond direct weer stil. De wolf lag wel heel diep onder de dekens, maar ze had haar grootmoeder nog nooit met zo'n vreemd bruin hoofd gezien ...
"Grootmoeder, wat heb je grote ogen!", zei ze. "Dan kan ik je beter zien!", zei de slimme wolf. "Grootmoeder, wat heb je grote oren ..." "Dan kan ik je beter horen, liefje!" "En wat heb je grote tanden, Grootmoeder!" "Dan kan ik je beter opeten!", zei de boze wolf. En meteen sprong hij uit bed, opende zijn mond en slokte Roodkapje naar binnen.
Daarmee zou dit verhaal afgelopen zijn, als er niet een kleine witte haas was geweest die alles gezien en gehoord had. Die haas holde naar een houthakker en nam hem mee terug naar het huisje. De houthakker had een grote bijl en met één flinke klap sloeg hij de boze wolf morsdood!
"Wat moet ik doen met een dode wolf?", dacht de brave man. Maar op hetzelfde moment zwaaide de haas met een toverstokje en weet je wat er toen gebeurde? Roodkapje en haar grootmoeder kwamen weer springlevend en ongedeerd uit de buik van de wolf tevoorschijn! Zij omhelsden elkaar en de houthakker was nóg verbaasder, toen de haas in een beeldschone fee veranderde.
Zij was de fee van het bos, die altijd overal goede daden deed. "Roodkapje", zei de fee, "heb je nu je les geleerd? Weet je nog wat je moeder gezegd had? Je mocht tegen niemand praten ... zul je nu nooit weer ongehoorzaam zijn?"
Roodkapje zei dat ze voortaan altijd naar haar moeders wijze woorden zou luisteren!

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Onderweg naar haar zieke grootmoeder vergeet Roodkapje haar belofte om met niemand te praten, als ze de wolf vertelt waar ze naar toe gaat. De wolf gaat naar grootmoeders huis, klopt aan, doet de stem van Roodkapje na, mag binnenkomen, eet grootmoeder op, trekt haar kleren aan en gaat in bed liggen. Roodkapje verbaast zich over de stem, ogen, oren en tanden van grootmoeder, waarop de wolf haar opeet. Een witte haas waarschuwt een houthakker, die met zijn bijl de wolf doodslaat. De haas zwaait met een toverstokje, waarop Roodkapje en grootmoeder uit de buik van de wolf komen. De haas verandert in een fee, die tegen Roodkapje zegt niet meer ongehoorzaam te zijn.

Bron

Roodkapje. [S.l.]: Pandy, [196-?]
KB: KW XKZ 1671
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Commentaar

Naar Grimm
Ills Pinardi

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-02-21