Hoofdtekst
Achter in de Hozze, daor spoken ut. Ton ze der gingen wonnen, ha’n ze eur nog ewaarschouwd. Want daor wonnen der ene, den had un varken ekocht en ton e dat varken de deale opdreef, ging den hond der achter an ut jagen. En beide verdronken ze ton in de alenputte. Dat kwam umdat ut daor neet zuver was.
Beschrijving
Het spookt in de Hozenstraat. Toen ze er gingen wonen werd er nog gewaarschuwd. Er woonde ooit iemand met een varken. Toen de hond achter het varken aanging, verdronken ze beiden in de mestput.
Bron
Corpus Krosenbrink, verslag 5, verhaal 7 (archief Meertens Instituut)
Naam Locatie in Tekst
Hozenstraat