Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KROSENBRINK00704

Een sage (mondeling), mei 1962

Hoofdtekst

In de dartuger jaorn ko’j tröwwens op ut Kienveane tussen ut Woold en Kotten ok dwaollechjes zeen. Daor gingen völle leu hen kieken. Ik bun der ok hen ewes, maor hebbe tröwwens niks ezene, want dee dinge komt neet op bevel. Maor van meardere leu heb ik eheurd, da ze daor lechjes ovver de weg zagen gaon.

Onderwerp

TM 4905 - Dwaallichten (stalkaarsen)    TM 4905 - Dwaallichten (stalkaarsen)   

Beschrijving

In de jaren dertig kon je op het Kienveen en tussen Woold en Kotten ook dwaallichtjes zien. Men ging daar vaak kijken. Ik ben ook een keer geweest maar heb niets gezien, want ze komen niet op bevel. Maar veel mensen zeggen dat ze daar lichtjes over de weg zagen gaan.

Bron

Corpus Krosenbrink, verslag 7, verhaal 4 (archief Meertens Instituut)

Commentaar

Krosenbrink heeft het verhaal zelf ook verschillende keren horen vertellen.

Naam Locatie in Tekst

Kienveen, Woolde, Kotten    Kienveen, Woolde, Kotten