Hoofdtekst
Op ne keare zat ter un vaor heuj vaste. En good vaste. Nikolaos kwam der langs en zea: Doot dat ösken der maor veur hen. En ton hef e heel allene den wagen los etrokkene.
Beschrijving
Een voerman zat een keer goed vast met een kar. Nikolaos kwam langs en zei dat hij de os even weg moest halen. En toen heeft hij in zijn eentje de wagen losgetrokken.
Bron
Corpus Krosenbrink, verslag 8, verhaal 9g (archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Nikolaos