Hoofdtekst
Het verhaal dat ik U thans ga vertellen, heb ik vernomen van mijn vader, Jan Bovens z.g., die het op zijn beurt uit de mond van zijn moeder gehoord had.
Vroeger was er op Klimmen een koster, Rietrae genaamd.
Een dochter van deze koster was gehuwd met mijn grootvader, ook Jan Bovens geheten.
De kinderen van bedoelde koster Rietrae moesten 's-avonds wel eens naar buiten, naar de W.C (de beste kamer). Zoals dat vroeger was, stond deze gewoonlijk bij de mestvaalt. In de W.C.-deur was een raampje, hierdoor kon men van binnen naar buiten kijken.
Sedert enkele dagen zagen ze s'avonds als ze buiten waren een grote zwarte hond. Ze joegen en schreeuwden dan op hem, maar het dier ging niet weg. Ze vertelden dit aan hun vader. Deze ook probeerde de hond te verjagen, hij schoot er op, maar het baatte hem allemaal niets. Toen besloot de koster iets anders te proberen. Hij nam in de kerk een stukje "paosjnagel", zoals men dat noemt, dit is een stukje van de pit van de paaskaars, deed dit bij de kogel in 't geweer, bij de patroon, hij schoot en raakte de hond in een poot. De dag daarna hoorden ze, ik weet niet meer waar, maar dit hebben ze me vroeger ook verteld maar dat ben ik vergeten, toen lag er een man te bed die in een been was geschoten.
Ja, dit is dan 't verhaal dat ik van mijn vader gehoord heb.
[Opmerking Brouwers, brief 13 april 1962:
...
De uitleg omtrent "der paosjnagel" door de verteller schijnt mij onjuist. Na afloop van het verhaal, heb ik hem daarover nogmaals gesproken, doch hij was er van overtuigd dat het de pit van de kaars moest zijn en niet de nagel van wierook.
...
Vroeger was er op Klimmen een koster, Rietrae genaamd.
Een dochter van deze koster was gehuwd met mijn grootvader, ook Jan Bovens geheten.
De kinderen van bedoelde koster Rietrae moesten 's-avonds wel eens naar buiten, naar de W.C (de beste kamer). Zoals dat vroeger was, stond deze gewoonlijk bij de mestvaalt. In de W.C.-deur was een raampje, hierdoor kon men van binnen naar buiten kijken.
Sedert enkele dagen zagen ze s'avonds als ze buiten waren een grote zwarte hond. Ze joegen en schreeuwden dan op hem, maar het dier ging niet weg. Ze vertelden dit aan hun vader. Deze ook probeerde de hond te verjagen, hij schoot er op, maar het baatte hem allemaal niets. Toen besloot de koster iets anders te proberen. Hij nam in de kerk een stukje "paosjnagel", zoals men dat noemt, dit is een stukje van de pit van de paaskaars, deed dit bij de kogel in 't geweer, bij de patroon, hij schoot en raakte de hond in een poot. De dag daarna hoorden ze, ik weet niet meer waar, maar dit hebben ze me vroeger ook verteld maar dat ben ik vergeten, toen lag er een man te bed die in een been was geschoten.
Ja, dit is dan 't verhaal dat ik van mijn vader gehoord heb.
[Opmerking Brouwers, brief 13 april 1962:
...
De uitleg omtrent "der paosjnagel" door de verteller schijnt mij onjuist. Na afloop van het verhaal, heb ik hem daarover nogmaals gesproken, doch hij was er van overtuigd dat het de pit van de kaars moest zijn en niet de nagel van wierook.
...
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
Beschrijving
Verjagen van zwarte hond lukt pas door stukje van pit van paaskaars bij kogel te doen waarna hond wordt geraakt. De volgende dag blijkt een man in zijn been te zijn geschoten.
Bron
Collectie Brouwers, verslag 1, verhaal 1 (Archief Meertens Instituut)
Commentaar
Brouwers: Verslag no. 1
Naam Overig in Tekst
Jan Bovens
Jan Bovens
Rietrae
Rietrae
Naam Locatie in Tekst
Klimmen
Klimmen
Plaats van Handelen
Klimmen
Klimmen