Hoofdtekst
De jongen kwam uit school toen een vrouw op hem toekwam en die vroeg hem de weg naar het stort en dat was daar een eindje verder dan waar wij woonden.
En toen zegt hij haar dat en wijst haar de weg, brengt haar een eindje weg en toen zegt ze, neemt hem zo bij zijn hoofd, met haar handen zo en zegt: jij bent een braaf ventje, jij bent een braaf jongetje.
En toen moest dat ventje, dat was zo 'n ruwe schutter, hè, die ving van alles aan, toen moest de jongen naar huis. Hij ging aan tafel en zei geen stom woord en zat maar zo te kijken. Toen zei zijn moeder: wat heb je?
"Niks".
"Awel, heb je weer iets uitgespookt? Wat heb je? Wat heb je?"
"Niks”, ...niks!"
En toen moesten de kinderen naar bed, en hij was lastig, stelde zich aan, en anders hadden ze nooit last met de jongen en nu stelde hij zich zo raar aan. Toen vertelde hij dat die oude vrouw was gekomen, die had hij de weg gewezen en die had hem een hand op het hoofd gelegd en nu zie ik altijd dat oud wijf voor me…….. komt altijd op me af…….komt altijd op me af. En 't,…En gedurende de nacht had hij bijna niets geslapen, was wild aan 't doen, stelde zich aan en alles……
De andere dag zeiden de andere vrouwen: dat zou ik toch niet,… daar zou ik toch niet bij blijven zitten,…….Laat hem toch eens overlezen!
Toen ging de moeder met hem naar de Jezuïten.
Ja, in het begin probeerden die dan ook haar dat uit het hoofd te praten, natuurlijk, hè,…..probeerden die het haar uit het hoofd te praten
"maar"
maar de moeder hield voet bij stuk en was niet tot ander gedachten te brengen.
Toen overlazen hem de paters,…… die paters hebben hem toen overlezen.
En toen ze daar uitkwamen,…… bij de paters uitkwamen, toen waren ze……
Toen ze nu dan op de Grote Gracht kwamen was daar een oude vrouw en die rolde over de stoep, zo dronken was ze.
En toen riep de jongen: dat is ze! Dat is ze, zei hij.
Daarna, na die zegening en die tijd heeft hij nergens meer last van gehad.
plaats van handeling: Maastricht.
vraag opn.: heeft de jongen de oude vrouw nog eens gezien of ontmoet?
antw.vert. : neen, van alles niks.
En toen zegt hij haar dat en wijst haar de weg, brengt haar een eindje weg en toen zegt ze, neemt hem zo bij zijn hoofd, met haar handen zo en zegt: jij bent een braaf ventje, jij bent een braaf jongetje.
En toen moest dat ventje, dat was zo 'n ruwe schutter, hè, die ving van alles aan, toen moest de jongen naar huis. Hij ging aan tafel en zei geen stom woord en zat maar zo te kijken. Toen zei zijn moeder: wat heb je?
"Niks".
"Awel, heb je weer iets uitgespookt? Wat heb je? Wat heb je?"
"Niks”, ...niks!"
En toen moesten de kinderen naar bed, en hij was lastig, stelde zich aan, en anders hadden ze nooit last met de jongen en nu stelde hij zich zo raar aan. Toen vertelde hij dat die oude vrouw was gekomen, die had hij de weg gewezen en die had hem een hand op het hoofd gelegd en nu zie ik altijd dat oud wijf voor me…….. komt altijd op me af…….komt altijd op me af. En 't,…En gedurende de nacht had hij bijna niets geslapen, was wild aan 't doen, stelde zich aan en alles……
De andere dag zeiden de andere vrouwen: dat zou ik toch niet,… daar zou ik toch niet bij blijven zitten,…….Laat hem toch eens overlezen!
Toen ging de moeder met hem naar de Jezuïten.
Ja, in het begin probeerden die dan ook haar dat uit het hoofd te praten, natuurlijk, hè,…..probeerden die het haar uit het hoofd te praten
"maar"
maar de moeder hield voet bij stuk en was niet tot ander gedachten te brengen.
Toen overlazen hem de paters,…… die paters hebben hem toen overlezen.
En toen ze daar uitkwamen,…… bij de paters uitkwamen, toen waren ze……
Toen ze nu dan op de Grote Gracht kwamen was daar een oude vrouw en die rolde over de stoep, zo dronken was ze.
En toen riep de jongen: dat is ze! Dat is ze, zei hij.
Daarna, na die zegening en die tijd heeft hij nergens meer last van gehad.
plaats van handeling: Maastricht.
vraag opn.: heeft de jongen de oude vrouw nog eens gezien of ontmoet?
antw.vert. : neen, van alles niks.
Onderwerp
TM 3101 - Heks maakt kind (mens, dier) ziek 
TM 3101 - Heks maakt kind (mens, dier) ziek 
Beschrijving
Betovering door heks wordt opgeheven door zegening door paters.
Bron
Collectie Brouwers, verslag 10, verhaal 1 (Archief Meertens Instituut)
Commentaar
Brouwers: m.n. 42
Naam Overig in Tekst
Jezuïten
Jezuïten
Grote Gracht
Grote Gracht
Plaats van Handelen
Maastricht
Maastricht