Hoofdtekst
Oh ja, Je mot er nog eentje hebben van eh... Oh, wat ik erover kan vertellen. Er was eens een oude tante van mij dood. En nou was vroeger bij ons gewoon dat er ‘n iemand dood was dan most er echt wel bij gewaakt worden, want die kon wel eens op stap gaan hè. En dat deed een aflegster noemde ze dat, een mevrouw. Die maakte da lijk in orde enzo en die zorgde alles voor. En die kom op een gegeven ogenblik bij ons. … En die kom vragen aan moeder: “Miene, kan Kees vannacht niet komen helpen waken?” Want alleen deed ze dat ook liefst nie. k woar un joar of 15 zeker, 14, 15. Ze zegt Fons de Rooy – die zit toch in Amerika die kan het toch niet horen – die komt ook. En dan kunnen we een boppeke* koarten. En wij hebben een kokkin thuis dat zijn dan babbelaars, […] gezegd. En daar staan nog een kast met crèpen dat die tante gekregen had van un een of un ander dus we moaken er een gezellige avond van. Nu zitten we doar te kaarten, ik zat gelukkig... doar waren van die koetsen, liek as ze da noemen. Dat is afgeleid van het Frans van bed van couche. [vrouwenstem vult aan:] bedstede. Dat zijn gewoon ingemaakte bedsteden mie gordijnen ervoor. Doar zat ik gelukkig met menne rug naartoe. Moar Fons de Rooy niet, die zat doar, en die zat doar op die gordijnen te kijken. Nou die tante, Fiemoei, dat was ons moei**, die had een kat. En die war in dat bed gescharreld en die liep rond dat lijk natuurlijk en met die staart tegen die gordijnen liep ie te wapperen. En Fons die werd al lekker bleek. Haha, die dacht natuurlijk: da’s niet vertrouwd. Totdat het die vrouw ook in de gaten kreeg. Dat er iets nie in orde... Die keek Fons zijn dinge, zijn gezicht achterna. En die zag die gordijnen ook bewegen. Die zei op een gegeven ogenblik: “Fie, dood is dood, en in auwen nest blijven hoor.” Hahaha, Nou dat was raar en rottig: ik waar bijna door die muur naar buiten gesprongen. Ik denk: doar heije ze terug, hé. Hahaha. Maar ze ging daarna naar bed en ze hoalt die kat eruit en da was’t. Dat was ook opgelost. En zijn… we zeggen eigenlijk hoe moete we nou... hoe kan da nou, dat mens is dood: wat kan d’r nou gebeuren? En toch was het weer levend dat ogenblik… ‘t zal ter morgen moeten zijn hé. <br /><br />* Boppen: een kaartspel: https://kaartspelen.tripod.com/kaarten/id2.html <br />** Moei: peetmoeder
Beschrijving
Een man vertelt dat hij in zijn jeugd een wake heeft bijgewoond. Terwijl hij aan het kaarten is met de andere aanwezigen, beweegt het gordijn van de bedstee waarin het lijk van de dode ligt. Dit blijkt te komen door de kat die er met zijn staart tegenaan slaat. Ze schrikken. Nadat de kat uit de bedstede gehaald is, is alles weer veilig en rustig.
Bron
Radio-uitzending Vonken onder de As (NOS)
Naam Overig in Tekst
Fons de Rooy   
Kees Kindt   
Miene   
Fie   
Naam Locatie in Tekst
De Paal   
Terneuzen   
Plaats van Handelen
De Paal, Terneuzen   
Word count group
250-500