Hoofdtekst
Meneer Nagel (Interviewer, N): En hoe ver strekt zich dat Nedersaksisch uit? Is dat alleen Oost-Nederland of zit daar ook nog aan de overkant van de grens?
Hendrik Entjes (HE): Als je mijn taalatlas bekijkt meneer Nagel, dan zult u zien dat ik als werkgebied een rechthoek heb genomen, waarvan de… ene… linkse rechte zijde dwars door Utrecht loopt, en de rechtse rechte zijde in de buurt van de [wezer] loopt. Dus ik heb een moot gesneden uit uh… Nederland en het aangrenzende Nederduitsland. Dat is nu het gebied dat ik dialectologisch wat intensiever bewerkt, bewerk. Ik had de grenzen ook wat anders kunnen trekken, want Nedersaksisch is geen scherp begrensd begrip.
N: En in het Nedersaksisch is dus het Gronings een onderdeel.
HE: Ja. Ongetwijfeld. Bij dit Nedersaksisch, zoals we dat nu bestuderen, moet ik zeggen, het Gronings is een Nedersaksisch dialect. Ik kan het Gronings ook anders noemen. Ik kan ook zeggen: ’t is een ont-Friest dialect. Een dialect op Fries substraat nietwaar? Maar uh… van ’t standpunt van mijn instituut moet ik zeggen het Gronings is een Nedersaksisch dialect. Ik moet dat er even bijzeggen, want ’t buurdialect, Oost-Friesland, stelt er prijs op Fries te heten.
N: Hmhm.
HE: Als u bij die Oost-Friezen zou zeggen jullie, jullie spreken een Nedersaksisch dialect, nou, dan kijken ze je niet vriendelijk aan. De Groningers, die, die kunnen dat wel hebben. Ja ze, ze wilden dat misschien zelf wel graag omdat ze juist geen Friezen wilden zijn. Daarvoor zijn ’t Groningers.
N: Ja… En ’t Fries, wat we dus in Nederland ’t Fries, uh, noemen, dat beschouwt u dus wel als een taal…
HE: Ja, maar ik beschouw…
N: niet als een dialect.
HE: Ik beschouw het Gronings, ik beschouw het Grunnigers ook als een taal natuurlijk, maar… bij talen, moet u onderscheid maken tussen meer en minder complete talen. Of een taal meer compleet is of minder compleet, dat hangt eenvoudig af van de sprekers van die taal. Van de taal wil van de sprekers van de taal. De Friezen die willen eenvoudig hun Fries als een complete cultuurtaal laten functioneren. Als een taal van literatuur, maar ook als een taal van wetenschap, als een taal van recht, als een taal van de kerk en noemt u verder maar op. Dat… Daardoor is ’t Fries een dergelijke complete taal als ik op het oog had omdat de Friezen dat willen. Zo is het Zuid-Afrikaans ook een complete taal, omdat die Afrikaanders dat willen. ’t Grunnigers is in die zin geen complete taal omdat de Grunnigers dat niet willen. Ziet u, u kunt veel beter spreken van meer en minder complete taal dan van taal en dialect. Want daar zit, komen allerlei, uh, gevoelselementen d’r in te pas die we beter kunnen vermijden.
N: Ondervindt u belangstelling voor uw, uh, werk, uh, uit de provincie.
HE: Uh, wij… Ja, ik geloof dat we niet ontevreden hoeven te zijn. Over de tien jaar waar…in… we hebben gewerkt. Men kent ons en… men vraagt ons om raad. [Claxon op de achtergrond] Wij werken, eh, samen met, uh, plaatselijke onderzoekers. Voor die woordenboekjes die ik zo noemde: ’t Winterswijks en ’t Vriezenveens en dergelijke. Uh… Doen wij voortdurend een beroep op de mensen die ter plaatse al, uh… een dialect hebben onderzocht. Uh… Wij werken graag samen met hen en wij stellen ’t op prijs dat zij ons ook kennen en zoeken en onze medewerking op prijs stellen.
N: U staat dus niet als universiteit, in dit geval, op een hoog standpunt boven de massa, maar u neemt inderdaad een plaat is in de… uh… in de hele streek in.
HE: Ik geloof dat hoogste standpunt altijd het standpunt in de streek is meneer Nagel.
N: Nou, dan uh… Danken we u wel.
Hendrik Entjes (HE): Als je mijn taalatlas bekijkt meneer Nagel, dan zult u zien dat ik als werkgebied een rechthoek heb genomen, waarvan de… ene… linkse rechte zijde dwars door Utrecht loopt, en de rechtse rechte zijde in de buurt van de [wezer] loopt. Dus ik heb een moot gesneden uit uh… Nederland en het aangrenzende Nederduitsland. Dat is nu het gebied dat ik dialectologisch wat intensiever bewerkt, bewerk. Ik had de grenzen ook wat anders kunnen trekken, want Nedersaksisch is geen scherp begrensd begrip.
N: En in het Nedersaksisch is dus het Gronings een onderdeel.
HE: Ja. Ongetwijfeld. Bij dit Nedersaksisch, zoals we dat nu bestuderen, moet ik zeggen, het Gronings is een Nedersaksisch dialect. Ik kan het Gronings ook anders noemen. Ik kan ook zeggen: ’t is een ont-Friest dialect. Een dialect op Fries substraat nietwaar? Maar uh… van ’t standpunt van mijn instituut moet ik zeggen het Gronings is een Nedersaksisch dialect. Ik moet dat er even bijzeggen, want ’t buurdialect, Oost-Friesland, stelt er prijs op Fries te heten.
N: Hmhm.
HE: Als u bij die Oost-Friezen zou zeggen jullie, jullie spreken een Nedersaksisch dialect, nou, dan kijken ze je niet vriendelijk aan. De Groningers, die, die kunnen dat wel hebben. Ja ze, ze wilden dat misschien zelf wel graag omdat ze juist geen Friezen wilden zijn. Daarvoor zijn ’t Groningers.
N: Ja… En ’t Fries, wat we dus in Nederland ’t Fries, uh, noemen, dat beschouwt u dus wel als een taal…
HE: Ja, maar ik beschouw…
N: niet als een dialect.
HE: Ik beschouw het Gronings, ik beschouw het Grunnigers ook als een taal natuurlijk, maar… bij talen, moet u onderscheid maken tussen meer en minder complete talen. Of een taal meer compleet is of minder compleet, dat hangt eenvoudig af van de sprekers van die taal. Van de taal wil van de sprekers van de taal. De Friezen die willen eenvoudig hun Fries als een complete cultuurtaal laten functioneren. Als een taal van literatuur, maar ook als een taal van wetenschap, als een taal van recht, als een taal van de kerk en noemt u verder maar op. Dat… Daardoor is ’t Fries een dergelijke complete taal als ik op het oog had omdat de Friezen dat willen. Zo is het Zuid-Afrikaans ook een complete taal, omdat die Afrikaanders dat willen. ’t Grunnigers is in die zin geen complete taal omdat de Grunnigers dat niet willen. Ziet u, u kunt veel beter spreken van meer en minder complete taal dan van taal en dialect. Want daar zit, komen allerlei, uh, gevoelselementen d’r in te pas die we beter kunnen vermijden.
N: Ondervindt u belangstelling voor uw, uh, werk, uh, uit de provincie.
HE: Uh, wij… Ja, ik geloof dat we niet ontevreden hoeven te zijn. Over de tien jaar waar…in… we hebben gewerkt. Men kent ons en… men vraagt ons om raad. [Claxon op de achtergrond] Wij werken, eh, samen met, uh, plaatselijke onderzoekers. Voor die woordenboekjes die ik zo noemde: ’t Winterswijks en ’t Vriezenveens en dergelijke. Uh… Doen wij voortdurend een beroep op de mensen die ter plaatse al, uh… een dialect hebben onderzocht. Uh… Wij werken graag samen met hen en wij stellen ’t op prijs dat zij ons ook kennen en zoeken en onze medewerking op prijs stellen.
N: U staat dus niet als universiteit, in dit geval, op een hoog standpunt boven de massa, maar u neemt inderdaad een plaat is in de… uh… in de hele streek in.
HE: Ik geloof dat hoogste standpunt altijd het standpunt in de streek is meneer Nagel.
N: Nou, dan uh… Danken we u wel.
Beschrijving
Er wordt uitgelegd wat er, conform Hendrik Entjes, binnen het Nedersaksisch taalgebied valt en wat het onderscheid is tussen meer en minder complete talen.
Bron
Radio-uitzending Vonken onder de as (NOS)
Naam Overig in Tekst
Meneer Nagel   
Zuid-Afrikaans   
Grunningers   
Friezen   
Afrikaanders   
Winterswijks   
Vrienzenveens   
Naam Locatie in Tekst
Groningen   
Friesland   
Zuid-Afrika   
Winterswijk   
Vriezenveen