Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

PGROOT26

Een personal narrative (mondeling), donderdag 28 november 1996

Hoofdtekst

G: meneer Groot
M: Theo Meder

M: "U heeft het ook nog heel even gehad over de watersnood van 1916. Toen was u natuurlijk pas 6 jaar. Kunt u zich daar nog dingen van herinneren? Verhalen of...? Hoe bijvoorbeeld Bakker of Schoemaker toen gehandeld hebben. De komst van de koningin..."
G: "Ik weet wel hoe m'n oom en m'n tante gehandeld hebben. Haha. Ome Willem en tante Geertje die verwachtten een baby. Ze zaten op een boerderij buiten het dorp, in de richting van Zuiderwou. En dáár kwam het water vandaan. Dus die hadden veel eerder last als wij. En toen had ome Willem, die had een paar koeien op zolder gehesen. En toen donderde er een koe door de zolder heen en die viel in de bedstee. Dat is historisch. Maar de rest van de historie was: tante Geertje, die verwachtte een baby. En die gingen wonen in het huis van m'n grootmoeder. En er is een bepaald moment geweest, toen is het water vreselijk hoog geweest. In die tijd is de baby geboren. En toen hadden ze de baby in de wasteil drijven, in het water. Een wieg hadden ze niet. Toen hadden ze een wasteil, en die dreef op een gegeven ogenblik in het water. En dat was Annie van ome Willem, die nou nog leeft: die is nou tachtig. In 1916, die watersnood. En hier zaten m'n zussie en ik voor het raam. En daar achter die heg was een slootje. En daar zaten we te kijken dat het slootje hoe langer hoe hoger werd. Op het laatst gingen we onder water. Dat was een historische dag, want m'n moeder was jarig: 14 januari. Dat was voor ons nog erger, want m'n vader die was weggeroepen. Die was bestuurslid van Waterland - waar ik dan dijkgraaf van geweest ben, daar was hij bestuurslid, hoogheemraad. En toen moest 'ie dijkbewaken. Hij was 's nachts weggehaald: dijk bewaken. En als je dat als kind meemaakt: je vader was 's nachts weg, het was noodweer. Dat zijn dingen, die blijven je wel bij. Dat heb ik van de watersnood meegemaakt. En met datzelfde zussie ging ik met m'n vader in een bootje hiervandaan recht naar Ilpendam. Dwars over al het water, langs de boerderijen die met de punt... het was noodweer... het dak kwam boven het water uit. En op Ilpendam, daar kwam de militaire politie an, die hield m'n vader an, en: 'Je vaarbewijs'. Ja, m'n vader zegt: 'Ik heb er wel ien, moar die heb ik niet bij me'. We werden netjes achter de motorboot angepikt en naar huis hier. Toen moest 'ie z'n vaarbewijs tonen. En dat had 'ie! Maar voor ons als kinderen (ik was nog vijf, en m'n zussie was zes, zeven, acht), wij vonden het maar benauwd."
M: "En hoe is het hier gegaan met de koeien?"
G: "De koeien zijn allemaal weggehaald. Onze koeien stonden in de Beemster op het fort. In de Beemster is een fort. En daar zijn onze koeien heengegaan. En m'n broer die is meegegaan, koeien verzorgen. En daar hebben ze nou misschien een week gestaan, en toen zijn ze allemaal verkocht."
M: [verbaasd] "O?"
G: "Ja. Wat moest je d'r mee? Alles weg. Dat was een ramp. En mijn vader was een goeie boer, die had een goeie veestapel opgefokt. En dat hele spul was verkocht. En d'r was toen, net als met de watersnoodramp in '53, d'r was een watersnoodcommitee en daar kon je geld van krijgen. Maar m'n vader heb er nooit één cent van gevangen, want hij had geen schade, z'n koeien zijn verkocht. Maar z'n beste veestapel die 'ie opgebouwd had, moest 'ie uit de grond vandaan weer opnieuw: koeien kopen en opfokken. Dus hij had wel schade, maar hij had geen cent gevangen. Dat wou 'ie trouwens ook niet. Maar hij kwam niet in aanmerking... En toen was er een deel van de bevolking, die heb nog in de kerk geleefd. Die stond hoog."

Onderwerp

TM 2604 - Watersnood    TM 2604 - Watersnood   

Beschrijving

Tijdens de watersnood van 1916 takelde de oom van de verteller zijn koeien naar zolder. Eén van de koeien is toen door de zolder gezakt en in de bedstee beland. De tante van de verteller was tijdens die watersnood zwanger en moest bevallen. Op het moment dat het water op z'n hoogst staat, bevalt tante van een dochter. Ze hadden geen wieg. En de baby werd in een wasteil gelegd, dobberend op het water. Die dochter leeft nog steeds en is nu tachtig jaar oud. Voor de verteller zelf was de watersnood ook een angstige tijd. Ze zagen het water stijgen op de verjaardag van zijn moeder. Zijn vader was weggeroepen voor de dijkbewaking. Later voer de verteller met zijn vader en zusje in een bootje. Vader werd aangehouden door de militaire politie en moest zijn vaarbewijs tonen. Achter de boot van de politie vastgehaakt moesten ze terug naar huis om het vaarbewijs te halen. De koeien werden naar het fort in de Beemster geëvacueerd, maar moesten verkocht worden, wat een financiële strop was. Daarna moest vader zijn veestapel weer van de grond af aan opbouwen.

Bron

n.v.t. (interview, band archief Meertens Instituut)

Commentaar

28 november 1996
Watersnood

Naam Overig in Tekst

Willem    Willem   

Geertje    Geertje   

Annie    Annie   

Watersnoodcommitee    Watersnoodcommitee   

Naam Locatie in Tekst

Zuiderwoude    Zuiderwoude   

Waterland    Waterland   

Ilpendam    Ilpendam   

Beemster    Beemster   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21