Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SAMSTE45 - Van de smid en de duivel

Een sprookje (boek),

Hoofdtekst

VAN DE SMID EN DE DUIVEL
Er was eens een smid die altijd ijverig werkte in zijn smederij. Zijn enige gebrek was dat hij altijd zo ontzettend vloekte. Op een keer kreeg hij bezoek van Onze Lieve Heer met zijn twaalf apostelen, die hij herbergde en goed verzorgde, zonder te weten wie zij waren. Bij zijn vertrek maakte Onze Lieve Heer zich bekend en stond hem toe drie wensen te doen als beloning voor zijn gastvrijheid.
"Nou," zei de smid, "ik heb hier een aambeeld staan, waar vervelende zeurpieten wel eens langer op zitten dan mij naar de zin is en nou zou ik wel willen dat iemand die er opzit er niet afkan als ik dat zou wensen. En dan heb ik hier een portemonnee waar het geld veel gauwer uit verdwijnt dan me lief is, want ik ben ook getrouwd en nou zou ik wel willen dat alles wat er in zit er niet meer uit kan zonder dat ik het wil. En dan heb ik hier nog een appelboom waar de kwajongens veel te veel in zitten en nou zou ik wel willen dat iedereen die er in zit er ook in blijft zitten totdat ik hem er uit laat."
"Goed," zei Onze Lieve Heer en hij vertrok.
De smid leefde zijn leven van smeden en vloeken rustig verder totdat hij spierwitte haren had gekregen. Toen kwam, op een goeie dag, de duivel zijn smederij binnenstappen.
"Zo smid," zei hij, "ik kom je halen. Je hebt zoveel gevloekt in je leven; ik kom je halen."
"Nou goed," zei de smid, "maar geef mij even tijd om afscheid te nemen van mijn vrouw en ga jij zolang op het aambeeld zitten."
Dat deed de duivel. De smid ging naar achter en hij zette zich rustig met zijn vrouw aan tafel. Het duurde lang en de duivel werd ongeduldig, maar toen hij merkte dat hij niet van het aambeeld af kon begon hij zo te vloeken dat de smid er maar een kleine jongen bij was. De smid bleef echter kalm met zijn vrouw achter en de duivel ging van vloeken praten en van praten smeken.
Toen kwam de smid en zei: "Hoor eens hier, je geeft mij nog vijfhonderd jaar te leven en dan laat ik je los en dat schrijf je me op dit stuk papier met je eigen bloed."
De duivel deed het en vertrok onder ontzettend geloei en hij liet in de smederij zo'n stank na dat het dorp drie weken onbewoonbaar was. Vijfhonderd jaar later — de smid was ondertussen rustig doorgegaan met smeden en vloeken — kwam de duivel terug, maar hij was heel voorzichtig en bleef uit de buurt van het aambeeld en hij kwam zelf niet binnen.
"Ach," zei de smid, "vervul nog een laatste wens en pluk nog een paar appels uit de boom."
De duivel klom er in en de smid ging naar binnen en liet de duivel de hele nacht kleumen. Toen de duivel merkte dat hij niet uit de boom kon begon hij weer te vloeken, daarna te praten en ten slotte te smeken.
En het einde was dat de smid zei: "Je geeft me nog vijfhonderd jaar en dat schrijf je me op dit stuk papier met je eigen bloed, anders laat ik je niet los."
En de duivel tekende het bewijs voor vijfhonderd jaar. Vijfhonderd jaar later kwam de duivel er weer aan.
De smid zei tegen hem: "Je kunt zoveel hè? Kun je je ook zo groot maken als een kerktoren?"
"Zeker," antwoordde de duivel en meteen viel zijn grote, zwarte schaduw over het dorp heen.
"Nou," zei de smid, "maar je kunt je toch niet zo klein maken dat je in deze portemonnee kunt."
"Wel zeker," antwoordde de duivel en meteen deed hij het en de smid stak hem in zijn zak. Toen de duivel merkte dat hij er niet uit kon, begon hij weer te vloeken, daarna te praten en ten slotte te smeken.
En het einde was dat de smid zei: "Je geeft me nog vijfhonderd jaar en dat schrijf je me op dit stuk papier met je eigen bloed, anders laat ik je niet los."
En de duivel tekende het bewijs voor weer vijfhonderd jaar. Maar in die vijfhonderd jaar beterde de smid zijn leven, vloekte niet meer en ging mooi naar de hemel.

Onderwerp

AT 0330A - The smith and the devil (death)    AT 0330A - The smith and the devil (death)   

Beschrijving

Er was eens een smid die zijn hele leven ontzettend vloekte. Nadat hij Onze Lieve Heer goed verzorgd had kreeg hij drie wensen. Hij wenste dat iemand niet van zijn aambeeld af zou kunnen zonder dat hij dit zei en dat iemand niet uit zijn appelboom kon zonder dat hij dit zei en dat er niets uit zijn portemonnee kon zonder dat hij dit zei. Toen aan het eind van zijn leven de duivel kwam om hem te halen, liet de smid hem wachten op het aambeeld. Toen de duivel hier niet af kon komen, moest hij een verdrag tekenen dat hij pas na vijfhonderd jaar terug zou komen. Nadat de duivel drie keer in de list van de smid was getrapt en de smid geen listen meer over had, heeft de smid zijn leven gebeterd en kwam alsnog in de hemel.

Bron

J.R.W. Sinninghe: Spokerijen in Amsterdam en Amstelland. Zaltbommel 1975. p. 56-58

Commentaar

The Smith and the Devil (Death)

Naam Overig in Tekst

Onze Lieve Heer    Onze Lieve Heer   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20