Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MUYLD022

Een sage (mondeling), donderdag 03 april 1997

Hoofdtekst

Me: En dan is tegenwoordig dat boekje zo aardig van die Sloween, en dat is uitgekomen in Zeist bij die antroposofische uitgeverij, èh, nou, dat weet daar iedereen. En dat is een vertaling van een Duits boekje en ik heb het grote boek, dat kan ik ook wel boven zien te vinden... Ik ben geweest in een plaatsje in Duitsland in Türnich - dat is een dorpje - en daar is een slot met en grote slottuin, waar nooit meer iemand naar omkeek, want de eigenaars, die dat geërf hadden, die vonden het er niet meer zo leuk, want het was eigenlijk verwaarloosd, en er was niet zo veel meer aan, aan die tuin. En het hele slot was aan het verzakken, want daaronder waren bruinkoolmijnen. En die vonden toen die Sloween... die heeft nu net zelf een boekje gepubliceerd met schematische tekeningen van die wezens die hij daar ziet. Ik kan wel kijken zo meteen of ik het boven heb. En die en zijn vrouw zijn gekomen en hebben in die tuin eerst alles aangevoeld wat daar verwaarloosd, en daardoor eigenlijk een beetje gestold was, een beetje stil gaan liggen. En toen merkten ze dat de waterstromen, die door de ontwerper van tuin berekend waren, hier en daar tot stilstand waren gekomen. Die tuin was een beetje aan het inslapen. Toen hebben ze stenen, natuurstenen uit die buurt, gehaald. En die hebben ze nog ingegrift met een bepaald symbool en toen zo rechtop, net als die heilige stenen overal in die kringen, op bepaalde plaatsen in die tuin gezet, want die trokken dan het water aan. Tussen twee stenen wou dat water stromen. En daardoor werd het verkeer van dat water door die tuin weer hersteld. Ja, op den duur: dat nam wel een jaar. En bepaalde dingen hebben ze geplant, en ook wel enkele dingen weggehaald, die gewoekerd waren, en zo hebben ze van die tuin weer een gezellige familie gemaakt van allerlei planten en bomen, die elkaar kenden en goeiedag zeiden enzo. En dan werd het er weer frisser en jonger.
Daar ben ik in geweest en is er een grote lindelaan. Waar, geloof ik, allemaal gewone linden en één zomerlinde, of omgekeerd - zoiets - staat. En dan denk je, als je daar wandelt: "Hé, waarom moet nou de ene, die anders is, daar weer tussen?" Dan is een mens geneigd om te denken: "Dat is bij vergissing!" Of: "Ze hadden niets anders meer!" Nee, dat was allemaal met een bedoeling, en daar heeft hij dus een boek over geschreven om dat uit te leggen. Maar een ander kan dat niet zomaar ineens. Daar moet je een gevoeligheid voor ontwikkeld hebben en dat neemt heel veel tijd. En dan moet de natuur je aannemen. En dan vertelt ze een heleboel. Maar je moet een heleboel vuil uit je aura gewoon weg laten vallen. Je moet je, als het ware, gewoon voortdurend wassen en douchen tot je weer je eigenlijke zelf wordt, zoals je geboren bent. En, dan spreekt het allemaal tot je, en dan komt het weer terug. En zo is het die man ook gegaan, en z'n vrouw. En nu hebben ze samen eigenlijk dat beroep, dat bedrijf, van het saneren van oude landschappen en tuinen, èh, die een beetje vervuild zijn, ook aetherisch gezien, en waar het water niet meer goed doorstroomt. En dan komt dat op den duur weer in orde.
Dan is daar ook een kapel, die hoort bij het huis, maar die staat apart en die speelt daar ook een rol in, want daar gebeuren natuurlijk ook aetherische dingen. En, dan begin je die wereld een beetje te leren kennen. En nu is er pas een boekje van hem uitgekomen en daar geeft hij allemaal schetsmatige tekeningetjes in van die wezens die hij overal ontmoet, uit één lijn. Hij neemt een pen, en hij doet me zo en zo en zo, en dan is het klaar. Hè, in één doorlopende lijn. En die wezens spreken dan tot hem en hij geeft antwoord; hij houdt een gesprek met ze. En hij neemt ook hun grieven waar, die ze hebben en die brengt hij dan weer over aan de andere mensen die daar toezicht houden in die streek. En zo probeert 'ie het overal wat schoon te maken, waar het eigenlijk, door de onverschilligheid van de mensen, langzamerhand vervuild en ingezakt is. Een landschap-schoonmaker, zou je kunnen zeggen, maar dan in het fijne, in het aetherische. Want overal horen eigenlijk deze wezens vanzelf te leven. Die zijn meegeschapen in het begin. Alleen in de streken waar de mensen het te bont maken, daar vluchten ze weg: ze kunnen niet tegen dat vuil in de lucht en ze kunnen niet tegen het lawaai en de grofheid van de mensen, enzovoort. Dan gaan ze weg. In oude tuinen heb je ze nog wel eens - een of ander oud landhuis met een grote tuin waar nooit meer iemand komt, hè, dan komen zij daar weer terug.

Beschrijving

In een oude slottuin in Duitsland, waar alles verwaarloosd was, heeft een Sloween ervoor gezorgd dat alle waterstromen weer hersteld zijn. Hij kan de natuurwezens die aanwezig zijn zien en met ze communiceren,waardoor hij weet wat ze graag willen. Deze gave moet je wel ontwikkelen. Hij heeft nu een boek geschreven over de slottuin waar hij aan gewerkt heeft. Met zijn vrouw heeft hij een bedrijf voor het saneren van oude tuinen.

Bron

interview Bussum, 3-4-1997

Commentaar

3 april 1997

Naam Overig in Tekst

Türnich    Türnich   

Naam Locatie in Tekst

Slowakijë    Slowakijë   

Zeist    Zeist   

Duitsland    Duitsland   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21