Hoofdtekst
’t Was een vrouwe, een toveresse, z’had ne hele koffer boeken. Z’is van heure vent soms zwart en blauw geslegen geweest want hij was niet geleerd. Ge moet geleerd zijn om te kunnen toveren. Ze koste ook gekleurde bloemen op ’t venster doen komen en dan weer weggaan. Ge moet geleerd zijn om te kunnen toveren. De geestelijke kunnen ook wadde. Dat is allemaal waarlijk waar.
Beschrijving
Een toveres bezat een hele koffer boeken. Soms werd die vrouw door haar man bont en blauw geslagen. Die man was immers niet geleerd en kon daarom zelf niet toveren.
De toveres kon gekleurde bloemen op het raam doen verschijnen en vervolgens weer laten verdwijnen. De geestelijken konden ook toveren.
De toveres kon gekleurde bloemen op het raam doen verschijnen en vervolgens weer laten verdwijnen. De geestelijken konden ook toveren.
Bron
M. Sagaert, Leuven, 1955
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (zuiden)
181
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Aalbeke