Hoofdtekst
’t Weunde hier vroeger ‘nen harden pensejager, hij is nu dood. Hij ging nu wel honderd jaar oud zijn, Vandenberghe.En hij zat ‘ne keer ’s nachts in volle mane op ‘nen vlaschaartd, en hij zag ‘nen haze. En hij schoot er naar. Maar hij verwipte ’n beetje. Hij schoot were, en dien haze wipte were naar zijn vroegere plekke. En Vandenberghe, - ’t was pertank ‘ne wreed goeden pensejager - hij schoot van ten elven ’s nachts tot den driên ’s nuchtends achter dien haze. En ’t vlas was al heel verbloeid van ’t schieten, maar hij koste hem niet krijgen. En pertank, dien haze liep niet weg zulle, hij sprong altijd op zijn zelfste plekke, maar ’t was geen doen aan. "Ja", zei Vandenberghe, "’k gelove niet aan spoken, maar at was toch een, zulle, want ‘k koste hem maar niet schieten…"Ja, ja, ’t was pertank ‘ne wreed goeden pensejager zulle! Hij schoot er nooit nevens.
Onderwerp
SINSAG 0331 - Spuktier kann nicht getroffen (gefangen) werden
  
Beschrijving
In Deerlijk woonde vroeger een ervaren stroper. Op een nacht zag de stroper in de maneschijn een haas lopen. De stroper schoot verschillende keren naar de haas, maar het dier sprong altijd weg. Van elf uur 's nachts tot drie uur 's ochtends probeerde de stroper de haas te pakken te krijgen. Hoewel de haas altijd op dezelfde plaats rondsprong, slaagde de stroper er niet in het dier neer te schieten. Het was een spookdier.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
182
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Deerlijk   
Plaats van Handelen
Deerlijk