Hoofdtekst
Heks door paasnagel verlamd.Da was een kindse da altijd schreemdege van as ’t nen dag of tien oud was en ’t verging g’helegans.En ze gingen der mee bij de paters naar Gent en ze kregen ne paasnagele en ze naaidegen dat in ’t wiegske. En der kwam daar een vrouwmens af en ze pakteg’ azo ’t wiegske vaste: “Ha, hoe es ’t mee ou kindse?” zei ze. En op slag smijt z’achterwersovere en ze staat rechte, ze pakt heur op en z’es weg, zonder goêndag of goênavend te zeggen.En z’en hên ze nooit ne meer weergezien.
Beschrijving
Een kindje huilde de hele tijd en raakte helemaal uitgemergeld. Men ging met het kindje naar de paters van Gent, van wie men een paasnagel kreeg om in het wiegje te naaien. Op zekere dag kwam er een vrouw langs, die het wiegje vastnam en vroeg: "Hoe gaat het met je kindje?" Het volgende ogenblik viel de heks achterover. Ze stond op en vertrok zonder de mensen te groeten. Ze is daarna nooit meer in dat huis geweest.
Bron
R. De Geeter, Gent, 1952
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
138
fabulaat
Naam Overig in Tekst
paters van Gent   
Gent (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Sint-Martens-Lierde   
Plaats van Handelen
Gent