Hoofdtekst
Toen het feitelijk gedaan was met de bokkenrijders, toen gongen ze die mensen opsporen om ze te straffen. En toen waren ze in Geistingen op een plaats en vroeger waren de zolders zo neet en toen waren er soms reten in, en die kerel had zich verborgen op de zolder. En toen ze afkwamen, zei ein van de mannen die de bokkenrijder kwamen aanhouden: 'Du sprichst good, maar du wijst slecht.' Want ze had de bokkenrijder op de zolder een teken gedaan. Ze had nee gezegd maar inpassant had ze naar boven gewezen.
Onderwerp
SINSAG 1301 - "Sie sprechen wohl gut, aber sie weisen verkehrt."   
Beschrijving
In Geistingen had een bokkerijder zich bij een vrouw op de zolder verstopt. Toen men de vrouw kwam vragen of ze soms bokkenrijders had gezien, had ze "neen" gezegd, maar ondertussen de rover op zolder een teken gegeven. Daarop zeiden de mannen: "Je spreekt goed, maar je wijst slecht!"
Bron
T. Daniëls, Leuven, 1965
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (weert en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kessenich   
Plaats van Handelen
Geistingen