Hoofdtekst
We kwamen eens van Mulken, en aan de kruisbaan doa lag iet wa toegedek(t) was, het moet wel ene weerwolef gewees(t) zijn want het had haren op, zo lang wei enen hond. Mè we hadden schrik en we liepen weg en we hebben niemee durven omkieke.
Beschrijving
Enkele mensen die terugkwamen van Mulken, zagen op een kruispunt een harig dier op de grond liggen. Het moest een weerwolf zijn geweest.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
950
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Piringen   
Plaats van Handelen
Mulken