Hoofdtekst
Beschrijving
Enkele mensen die een bedevaart naar Geel ondernamen, gingen onderweg schuilen bij een boer in de buurt van Oevel. Op die boerderij was een twaalfjarige jongen gestorven nadat hij was betoverd door een vrouw die altijd schillen bracht voor de dieren. Daarna was de jongen ziek geworden. De pastoor kwam op bezoek en gaf de mensen de raad om naar de paters van Dendermonde te gaan, om de kwade hand te laten aflezen. Men moest ook vijf kilo graan meenemen voor de paters. Men moest een boer zoeken die hen zo ver wilde brengen. Het kind kon men niet meenemen omdat het te ziek was. De boer vond onmiddellijk iemand die bereid was hem naar Dendermonde te brengen. In Dendermonde vond de boer de paters niet meteen. In een straat zag hij plots een pater staan, die sprak: "Jij bent zeker naar ons op zoek voor je kind? Ze zijn binnen aan het bidden, maar ze wachten thuis op je, want je kind is overleden". Toen de boer vroeg hoe de pater dat wist, antwoordde die: "Dat is ons werk. Je hebt nog andere kinderen, maar je hoeft niet bang te zijn, want die vrouw zal niet meer bij je over de vloer komen".
Bron
R. Cambré, Leuven, 1966
Commentaar
antwerps (antwerpen en agglomeratie)
216
memoraat
Naam Overig in Tekst
Dendermonde (paters van)   
paters van Dendermonde   
Naam Locatie in Tekst
Deurne   
Plaats van Handelen
Geel   
Dendermonde   
Oevel