Hoofdtekst
30C En mijn moeder die had aan haar dorper heiligdommetjes steken. Dat zeiden ze, als dat daar onder stak, dan konden de heksen daar niet over.x Ja.30C Ofwel moesten ze zeggen als ze daar dan… Want die bleven daar dan zo voor staan. En dan moesten die zeggen: "Kom maar binnen." En dan konden die binnen komen.x Ja.30C Maar mijn moeder… Hier kwam alle man binnen. Ze hadden een café zo, hier kwam alle man binnen. En dan zei ze: "Ja, hier is niemand buiten gebleven waarvan dat ik niet zei dat ze mochten binnen komen." Hier is niemand buiten gebleven, zo dus. x Ja.
Beschrijving
Een vrouw had heiligdommetjes bij haar drempel gelegd om te voorkomen dat heksen het huis zouden binnenkomen.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
30C
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Rillaar